Uit een onderzoek blijkt dat weidevogels grote moeite hebben om te overleven in Groningen. Volgens de onderzoekers is de steenmarter de voornaamste boosdoener.
Voor het onderzoek zijn camera’s geplaatst bij 120 nesten. Ook kregen 52 grutto-kuikens een zender, evenals vier steenmarters en rondzwervende katten. Daarnaast is er dna-materiaal verzameld van resten die roofdieren achterlieten. De resultaten van het onderzoek laten zien dat roofdieren van grote invloed zijn op het broedsucces van weidevogels. Van alle roofdieren zorgde de steenmarter het meest voor het leegroven van nesten en het opeten van nesten kuikens. Er zijn maar weinig eieren die worden uitgebroed en weinig kuikens die overleven.
De overlast van de roofdieren heeft vooral te maken met de grootte van de weidevogelgebieden, zo stellen de onderzoekers van het Collectief Groningen West en Het Groninger Landschap. De weidevogelgebieden moeten groter gemaakt worden, waardoor de weidevogels minder kwetsbaar worden voor roofdieren. Nu zijn de weidevogelgebieden nog vaak eilandjes in een agrarisch gebied, waar voor roofdieren relatief veel te halen is. Ook een toename van de biodiversiteit kan ervoor zorgen dat de overlast van roofdieren meer wordt gespreid
De provincie gaat in gesprek met het Collectief Groningen West en Het Groninger Landschap over aanvullende maatregelen in gebieden waar nu te veel overlast van roofdieren is.