Vlakbij parkeerplaats Glimmermade, langs de A28 ter hoogte van Glimmen, zijn deze week de kades van de Drentsche Aa kaalgetrokken. De bomenkap veroorzaakt teleurstelling en onbegrip bij omwonenden. Volgens Waterschap Hunze en Aa’s is het noodzakelijk kwaad.
Kaal
‘Ik schrik hiervan, ik begrijp het niet.’ ‘Een aantasting van het landschap.’ Of, meer feitelijk: ‘Er is aardig wat werk verricht hier.’ Het is een greep uit de reacties van passanten op de Oosterbroekweg in Glimmen. Daar kijk je nu, vanaf het bruggetje over de Drentsche Aa, uit over ongewoon kale oevers. ‘Wat zit hierachter?’ vraagt een fietsende Harenaar zich af.
Dijken moeten sterker
De bomenkap is onderdeel van een dijkverstevigingsoperatie van Waterschap Hunze en Aa’s. Planoloog en eindverantwoordelijke Willem Kastelein licht toe: ‘De dijken zijn niet meer hoog en sterk genoeg. Bepaalde noodsituaties, die gemiddeld eens in de tien jaar voorkomen, kunnen ze niet meer aan. We moeten die dijken dus op orde brengen.’
Bekijk in deze video de reactie van voorbijgangers. De tekst gaat verder onder de video.
Lekker laten lopen
Thouraya Dil, voorzitter van Stichting Landelijk Gebied Haren, noemt de bomenkap ‘een aanslag op de natuur’. Ze vraagt zich af of er geen andere oplossing mogelijk was. ‘Er wordt hier heel lichtzinnig omgegaan met het uitdelen van kapvergunningen. Maar op een groot deel van het achterland staan geen huizen. Het lijkt mij niet zo erg als dat een keer onder water loopt.’
Toch is het zo simpel niet, meent Kastelein van het waterschap. Bij een eventuele overstroming lopen niet alleen de natuurgebieden onder. Het wordt ook nat op de parkeerplaats Glimmermade langs de A28, een aantal weggetjes en de tunnel die daar onder de A28 doorloopt. Kastelein legt uit dat het water, via die tunnel, in zuidelijke richting kan doorstromen tot aan de Rijksstraatweg. Dat is een belangrijke weg die loopt vanaf Groningen richting De Punt.
Hap uit de dijk
De planoloog geeft aan ‘serieus te hebben gekeken’ naar het achterwege laten van de dijkversteviging en daarmee de bomenkap, maar zag het niet als reëel alternatief. Ter compensatie worden nieuwe bomen aangeplant, op een andere plek. ‘Bomen en dijken verhouden zich niet goed tot elkaar. Als een boom omwaait bij storm, heb je zo een hele hap uit de dijk,’ zegt Kastelein.
Nooit meer slingeren
Een omwonende baalt stevig. ‘In de zomer hingen hier altijd touwen in de bomen langs de waterkant. De kinderen waren daar mooi mee aan het spelen. Echt heel jammer dat dat niet meer kan.’ Ook Dil had de bomen liever terug gezien op dezelfde plek. ‘Het ziet er niet uit. Het is hartstikke kaal zo.’