De Groningse economie, de werkgelegenheid, het onderwijs, de leefbaarheid en de natuur lopen achter op het landelijk gemiddelde. Dat blijkt uit de nulmeting die Nationaal Programma Groningen heeft laten uitvoeren.
Het zijn juist deze doelen waar het NPG ambities voor heeft vastgesteld. “De nulmeting laat zien hoe Groningen er nu voor staat”, aldus René Paas, commissaris van de Koning in Groningen en tevens bestuursvoorzitter van het Nationaal Programma Groningen. “Duidelijk is dat het nationaal programma broodnodig is voor Groningen. De opgaven zijn groot. Het is de komende jaren alle hens aan dek om de doelstellingen te halen.”
De vijf gemeenten in het aardbevingsgebied behoren tot de groep met de laagste brede welvaart van Nederland. Een gering aantal mensen heeft betaald werk en er is een beperkt aantal vacatures. Het imago van Groningen bij bedrijven en mensen die niet in Groningen wonen is daarnaast te laag. Ook de bruto toegevoegde waarde in de provincie daalt, terwijl landelijk juist sprake is van een stijging. Deze daling is met name het gevolg van de afbouw van de gaswinning.
De meting laat verder zien dat er grote economische verschillen zijn tussen Stad en Ommeland. Volgens het NPG is de gemeente Groningen de belangrijkste economische motor voor de hele regio.