Code van de Dode Zeerollen gekraakt

nieuws
Foto: uploaded by Daniel.baranek - http://www.ao.net/~fmoeller/qb.htm, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=2419219

Het is een onderzoeksteam van de RuG gelukt om de code te kraken wie de schrijvers waren van de Dode Zeerollen die in 1947 ontdekt werden. De Dode Zeerollen bevatten de oudste manuscripten van het Oude Testament.

De schrijvers van de teksten waren nochtans anoniem. Onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen, de RuG, hebben nu dankzij een combinatie van alfa- en bèta-wetenschappen de code van de schrijvers gekraakt. Daarmee heeft men zicht gekregen op de mensen die de rollen hebben gemaakt. De schrijvers van de rollen hadden hun werk niet gesigneerd. Wetenschappers vermoedden, op basis van de handschriften, dat sommige manuscripten door een enkele schrijver zijn gemaakt. “Ze proberen daarvoor hard bewijs te vinden, zoals een specifiek kenmerk van een letter, waarmee ze een schrijver identificeren”, vertelt Mladen Popović, hoogleraar Oude Testament en het Antieke Jodendom aan de Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschappen van de RuG. “Maar zo’n identificatie is nogal subjectief en open voor discussie.”

Aleph
Daarom ging Popović de samenwerking aan met hoogleraar Computerwetenschappen Lambert Schomaker. Schomaker werkt al langer aan technieken waarmee computers handschriften kunnen lezen. Het onderzoek richtte zich op één van de boekrollen: de beroemde grote Jesaja-rol. Het handschrift op deze boekrol lijkt uniform te zijn, al is er gesuggereerd dat er twee schrijvers met een vergelijkbare stijl bij betrokken zijn geweest. Met behulp van computersoftware heeft men gekeken naar de letter aleph, of ‘a’. Uit het onderzoek blijkt dat er twee schrijvers actief waren op de onderzochte rol.

“Verschillen tussen de twee delen zijn statistisch significant”
“Wanneer ik ruis aan de data toevoegde, bleef het resultaat staan”, vertelt Schomaker. “We konden ook aantonen dat de tweede schrijver meer variatie in zijn handschrift had dan de eerste, hoewel ze een identieke stijl gebruikten.” Vanwege bepaalde aspecten van de boekrol, en de positionering van de tekst, hebben sommige wetenschappers eerder gesuggereerd dat na kolom 27 een tweede schrijver het werk overnam, maar dat was niet een voldongen feit. “Nu kunnen we deze hypothese bevestigen op basis van een kwantitatieve analyse van het handschrift, die statistisch goed onderbouwd is”, vult Popović aan. “In plaats van ons te baseren op een min of meer impressionistische vorm van bewijs hebben we, met behulp van de computer, aangetoond dat het verschil tussen de twee delen van de rol statistisch significant is.”

Maar wat maakt dit onderzoek nu precies duidelijk?
“Dit is spannend, want het opent een nieuw venster op het verre verleden, dat zicht geeft op de complexe verbanden tussen de schrijvers die de boekrollen maakten. In dit onderzoek vonden we bewijs dat de twee schrijvers van de Jesaja-rol een vergelijkbare stijl gebruikten, wat erop wijst dat ze eenzelfde schrijfopleiding hebben gevolgd. Onze volgende stap is om andere boekrollen te analyseren en te zien of we daar misschien schrijvers met een andere opleiding vinden.”