Volgens de Partij voor de Dieren wordt de aanpak van de vogelgriep in Nederland al maanden ‘kundig heen en weer geschoven tussen overheidsorganen’. De fractie wil dat daar een einde aan komt een maant de provincie daarom nogmaals om zich in te zetten voor de bestrijding van de vogelgriep.
De ziekte wordt inmiddels in de hele provincie aangetroffen. Sinds kort verplicht om kadavers op te ruimen om verdere verspreiding te voorkomen. “Er moet nu snel gehandeld worden. In de meivakantie trekken veel mensen de natuur in, met het risico dat ze via hun schoenen de griep verder verspreiden”, zo stelt Statenlid Ankie Voerman. “Ganzen, eenden, maar ook roofvogels en steltlopers zijn vatbaar en er dreigt dus nog meer sterfte en lijden. Iemand moet de regie nemen en samenwerking coördineren, voordat het verder uit de hand loopt.”
Volgens de Partij voor de Dieren hebben vrijwilligers van dierenambulance’s en dierenopvangcentra inmiddels hulp aangeboden. Maar daar wordt door de provincie, zo stelt de fractie, vooralsnog niet op gereageerd. De Partij voor de Dieren noemt de reactie van de provincie terughoudend. Voerman: “Beseft de overheid wel voldoende welk gevaar de vogelgriep meebrengt? Het virus kan in grote kippenstallen verder muteren tot zeer besmettelijke varianten die van mens op mens overdraagbaar zijn. Daarmee ligt een nieuwe pandemie op de loer en ik denk niet dat iemand daar behoefte aan heeft.”