Tijdens de sluiting van de basisscholen heeft 11 procent van de leerlingen niet gespeeld met kinderen buiten het eigen gezin. Dat blijkt uit onderzoek van het UMCG en de Rijksuniversiteit.
Bij kinderen die niet meer bij vriendjes spelen, is de gezondheid vergelijkbaar met die van andere kinderen. Wel heeft een deel van hun ouders een kwetsbare gezondheid. Veel ouders zijn strenger voor zichzelf dan de geldende overheidsmaatregelen voorschrijven.
Professor Lude Franke, initiatiefnemer van het onderzoek, stelt dat Noord-Nederlanders tijdens de pandemie wisselend reageren op de ontwikkelingen en maatregelen. Sommigen nemen de maatregelen steeds minder serieus, maar er is ook een groep mensen die juist strenger is geworden voor zichzelf. Die besluiten soms dat hun kinderen niet meer met andere kinderen mogen spelen.
Het onderzoek richtte zich ook op thuisonderwijs. Het bleek dat één op de drie ouders de lesstof van groep 8 vaak niet begreep, al hadden zij een hoge opleiding genoten. in tegenstelling tot de lesstof bij jongere kinderen. Vaders deden het vaak beter dan moeders. Ook de grootte van het gezin speelt een rol. Van de ouders met één kind gaf 9 procent aan vaak gefrustreerd te zijn door het thuisonderwijs, bij ouders met drie of meer kinderen is dit slechts 2 procent.