Zo’n 200.000 mensen die voor het eerst een kleine, eenvoudige schade melden bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen, kunnen binnenkort kiezen voor een standaardvergoeding van 5.000 euro. Dat maakte het IMG maandagochtend bekend tijdens een persconferentie.
Daarmee wil het IMG meer capaciteit vrijmaken voor de schadeafhandeling van complexe aanvragen. Het IMG neemt de maatregel daarnaast om zich voor te bereiden op de aanvragen voor ‘duurzaam herstel en schrijnende situaties’, waar de Tijdelijke wet Groningen vanaf dit najaar ruimte voor gaat bieden. In totaal komt er een miljard euro beschikbaar voor deze regeling.
De nieuw ‘stuwmeerregeling’, waarbij mensen kunnen kiezen voor een standaardbedrag van 5.000 euro, bestond ook al in 2019. Toen kozen zo’n 11.000 huishoudens voor een standaardbedrag, om zo af te zien van de complexe schadeafhandelingsregeling. Ook nu kunnen mensen het voorstel voor 5.000 euro afwijzen en hun schade laten inspecteren.
De schaderegeling haalt de inspecteurs van bevingsschade uit het proces voor deze groep mensen. Foto’s opsturen ter beoordeling is voldoende voor mogelijke toekenning van de 5.000 euro.
Langer wachten en gedeeltelijk einde aan bewijsvermoeden
Daarnaast werd bekend dat zo’n 3.400 gedupeerden langer op hun geld moeten wachten. Een andere groep van 1.400 mensen, die schade hebben geclaimd op basis van diepe bodemdaling, moeten zelf bewijs aan gaan dragen voor dit type schade. Deze huizen staan vooral in Noord-Drenthe en Oost-Groningen. 2.000 andere indieners moeten langer wachten, omdat hun schaderapporten opnieuw worden beoordeeld.
Daarnaast verdeelt het IMG het aardbevingsgebied nu in verschillende zones, waarbinnen de trillingssterkte verschilt. De gevolgen hiervan zijn nog niet geheel duidelijk, maar kunnen bij complexe schades in het voordeel, maar ook in het nadeel gaan werken voor de bewoners.
Vrees GBB komt deels uit
Daarmee komt de vrees van de Groninger Bodembeweging, die ze eind vorige week al kenbaar maakten, gedeeltelijk uit. “Met zo’n nieuw ‘aardbevingshandboek’ komen alle problemen die we hoopten te verkleinen met het bewijsvermoeden en de ruimhartigheid, weer terug”, stelde Jelle van der Knoop (voorzitter GBB) vorige week. “Dit zal leiden tot een explosie van bezwaarprocedures, uitvoeringskosten en langere wachtlijsten.”
