Rijkswaterstaat heeft de voorbije maanden 135 miljoen kilo zout gestrooid op de Nederlandse wegen. Dat laat het agentschap weten.
Nu de maand mei begonnen is wordt door Rijkswaterstaat het strooiseizoen definitief afgesloten. Met 135 miljoen kilo zout gaat de winter van 2020-2021 de boeken in als één van de winters waarin het meeste zout gestrooid moest worden. Alleen in de winters van 2009-2010, 191 miljoen kilo, en 2010-2011, 160 miljoen kilo, werd er meer zout gestrooid. Het tienjarige gemiddelde ligt op 90 miljoen kilo.
De voorbije winter wordt door het KNMI aangemerkt als een winter met twee gezichten. Het was precies een week koud, van zondag 7 februari tot en met zaterdag 13 februari. Met een gemiddelde temperatuur van 4,4 graden tegen 3,9 graden normaal was de winter echter zachter dan normaal. De winterperiode begon met hevige sneeuwval. Rijkswaterstaat zette 1.200 mensen en 900 strooiwagens en sneeuwschuivers in om de wegen sneeuw- en ijsvrij te krijgen. Uiteindelijk moest er 72 uur lang non-stop gewerkt worden om de wegen schoon te krijgen en te houden.
Het gladheidseizoen van Rijkswaterstaat loopt van 1 oktober tot 1 mei. De komende maanden worden de zoutloodsen weer gevuld tot er in totaal ruim tweehonderd miljoen kilo zout opgeslagen ligt, zodat men voorbereid is voor de komende winterperiode.