Bouwmaterialen zijn de afgelopen maanden relatief snel duurder geworden. Levertijden staan onder druk. Wat betekent dat voor aannemers van Groningse bouwprojecten? En komt alles nog wel op tijd af?
‘In de dertig jaar dat ik in de bouw zit, is het nog nooit zo extreem geweest.’ zegt Hans Mestemaker van Totaalgroep Groningen. Met lede ogen zag hij aan hoe het hout, isolatiemateriaal en staal dat hij nodig had, tientallen procenten duurder werd. En dat in een paar maanden tijd.
Mestemaker is projectleider van de renovatie van een appartementencomplex aan de Molenweg in Haren. Hij schat dat de totale bouwkosten daarvan zo’n vijf tot tien procent hoger gaan uitvallen dan begroot. ‘Maar dat geldt niet alleen voor Haren, dat geldt voor alle projecten.’
Het coronavirus heeft in dezen een flinke vinger in de pap. Daardoor schroefden veel fabrieken de productie omlaag, terwijl de wereldwijde vraag naar bouwmaterialen niet afnam. Ook incidenten, zoals afgelopen maart met het vastgelopen containerschip op het Suezkanaal, hebben een prijsopdrijvende werking gehad.
“Hout heeft op dit moment een dagkoers. Daar kun je je niet tegen wapenen.” – Fokke Ophuis, aannemer
Dat zien we terug in de cijfers van het CBS. De afgelopen drie jaar zijn de importprijzen van hout, koper en ijzer en staal soms wat toegenomen, dan weer wat afgenomen. De laatste maanden volgt echter prijsstijging op prijsstijging.
Dat dat nu voor problemen zorgt, komt doordat een aannemer de bouwprijs vaak vooraf vastlegt met de opdrachtgever. Als de materiaalprijzen daarna een onverwachte zwieper omhoog maken, vallen de bouwkosten voor de aannemer ineens hoger uit dan verwacht.
‘Hout heeft op dit moment een dagkoers. Daar kun je je niet tegen wapenen,’ vertelt directeur Fokke Ophuis van bouwbedrijf Plegt-Vos. ‘De marges staan onder druk.’
Ook bouwbedrijf Kooi uit Appingedam heeft er last van. Op dit moment stampt dat bedrijf 31 appartementen uit de grond, vlak bij het station van Haren. Directeur Jan Emmo Hut noemt het ‘absoluut niet ondenkbaar’ dat zijn winst daar uiteindelijk ‘richting de nul gaat’.
‘Letterlijk gezien doe je het dan voor niks.’
En dus doen sommige aannemers een beroep op hun creativiteit, zoals Mestemaker. ‘Door de productiesnelheid te verhogen, efficiënter in te kopen en andere bouwmaterialen te kiezen, hoop je dat je nog een inhaalslagje kunt maken. Maar dat is bijna niet te doen, omdat het ontwerp natuurlijk vastligt.’
Déjà vu
In 2017 maakte Nico Goeree van Accent Bouw uit het Drentse Een al iets vergelijkbaars mee. ‘Toen draaiden wij ook verlies. De prijzen gingen in één keer zo sterk omhoog.’
Goeree’s bedrijf bouwt cataloguswoningen in onder meer Ten Boer. Om een déjà vu te voorkomen, verhoogde zijn bedrijf de prijzen in 2020 met zo’n drie procent extra, bovenop de reguliere jaarlijkse prijsstijging. ‘Ik kan mij herinneren dat wij vijf jaar geleden woningen verkochten voor 169 duizend euro. Die kosten nu rond de 240 duizend.’
Richard Massar van de branchevereniging Bouwend Nederland roept aannemers op samen met hun opdrachtgevers te kijken naar mogelijkheden om de onvoorziene materiaalkosten toch (deels) door te berekenen, ook voor toekomstige bouwprojecten.
‘De marges in de bouw zijn vrij laag. Bij drie procent marge heb je het goed gedaan. De prijsstijgingen van dit moment kunnen dus het verschil zijn tussen een klein beetje winst of een verlieslatend project,’ vertelt Massar.
Op tijd af?
En dan is het zwart houden van de cijfers nog niet eens de enige uitdaging. Door de aanhoudende wereldwijde vraag naar bouwmaterialen staan levertijden onder druk.
‘Bepaalde soorten en afmetingen hout bestel je normaal gesproken een week van tevoren. Nu moet daar je maanden op wachten, voordat je ze, hópelijk, krijgt.’ Daardoor durft directeur Hut nog niet met zekerheid te zeggen of zijn appartementencomplex bij het Harense station volgend voorjaar kan worden opgeleverd, zoals de planning voorschrijft.
"Ze zeggen: we weten het niet. We bellen je." - Jan Emmo Hut, aannemer
‘Het kan best zo zijn dat we nog tegen inkopen aanlopen waarbij de levertijd een issue gaat worden. Daar lijkt het nu nog niet op, maar dat hebben we al wel eerder meegemaakt.’
Als voorbeeld noemt hij een bouwproject in Sellingen, waarvan de oplevering tot nader bericht is uitgesteld. De leverancier heeft geen idee wanneer hij een bepaald type pomp kan aanleveren. ‘Zeggen ze: we weten het niet. We bellen je,’ vertelt Hut.
Directeur Ophuis van Plegt-Vos is het eens. ‘De vraag is heel groot. Met name Amerika en China nemen heel veel hout af. Dat heeft invloed op de levering aan Europa.’
De wisselwoningen die zijn bedrijf in Ten Boer bouwt moeten in oktober klaar zijn. De materiaallevering is al rond, dus dat gaat ook wel lukken, zegt Ophuis. ‘Maar landelijk zijn er wel projecten die hierdoor vertraging hebben opgelopen. Dat kan soms gaan om weken.’
Voor projectleider Mestemaker biedt een ander materiaal of andere afmeting soms soelaas, mocht de levertijd nog onbekend zijn van het hout dat hij eigenlijk wilde hebben. Daardoor kunnen de appartementen aan de Harense Molenweg naar verwachting worden opgeleverd ‘net voor of net na de bouwvak’, conform planning.
Het zit even tegen
Concluderend is de situatie in de bouw op dit moment uitzonderlijk te noemen, maar vergeet niet dat prijsschommelingen in algemene zin van alle tijden en van alle markten zijn. Of, zoals directeur Ophuis relativerend besluit: ‘De ene keer zit het mee en de andere keer zit het tegen. Nu zit het even tegen.’