Donderdagavond debatteerde de Tweede Kamer over de hondenbelasting. Reikhalzend keek het Harense comité Hondenbelasting, weg ermee! daarnaar uit, maar blijft na afloop toch zitten met een zuur gevoel.
‘Ik betaal voor twee honden 330 euro per jaar’, zegt Marianne Suurmeijer van het comité. Haar toon klinkt geïrriteerd. ‘We krijgen er niks voor terug.’
Na de fusie van de voormalige gemeenten Groningen en Haren is er voor Haren een hoop veranderd wat betreft de hondenbelasting. Van nul euro steeg het tarief naar het hoogste van Nederland, dat van de gemeente Groningen. Nu, in 2021, levert dat de gemeente ongeveer één miljoen euro op. Het geld belandt in het potje voor algemene middelen.
Geen voorzieningen
‘Onterecht’, noemt Suurmeijer dat. Samen met een aantal andere boze Harenaren begon ze een comité. Het doel: de hondenbelasting weer net als vroeger op nul euro. ‘Voorzieningen voor honden heb ik niet nodig. Ik ruim zelf de poep wel op,’ zegt Suurmeijer. Bovendien zijn er in haar wijk helemaal geen voorzieningen voor honden, klaagt ze.
Toen de Tweede Kamer gisteren debatteerde over het al dan niet afschaffen van de hondenbelasting in Nederland, zat Suurmeijer aan de buis gekluisterd. ‘Ja, helemaal mee eens,’ mompelt ze tegen de televisie als Gary Yanover aan het woord is. Door zijn burgerinitiatief is het onderwerp op de politieke agenda terecht gekomen.
The day after
Toch is Suurmeijer ‘niet vrolijk’, als we haar vrijdag nogmaals bezoeken om na te praten. ‘Er is voorgesteld om bij de herziening van het gemeentelijk belastingstelsel de hondenbelasting af te schaffen. Maar, zegt minister Ollongren, dat is niet meer aan het demissionaire kabinet. Dat moet het volgende kabinet maar oplossen. Ik schat dat dat nog vier of vijf jaar gaat duren.’
Zo lang wil Suurmeijer niet wachten. Samen met haar comité wil ze opnieuw proberen het gesprek met de gemeente aan te gaan. Liever vandaag dan morgen moet de hondenbelasting hier verdwijnen. ‘Ik ben 73. Ik kan morgen wel dood en begraven zijn.’