Hoewel de Nederlandse universiteiten veel aandacht besteden aan de werkdruk van hun personeel, hebben de getroffen maatregelen nog niet voldoende effect. Ook is voor aspecten als ongewenst gedrag en discriminatie nog veel te weinig aandacht, zo blijkt uit onderzoek van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De Inspectie stelde een onderzoek in, nadat het begin vorig jaar 719 gebundelde meldingen ontving vanuit de universitaire actiegroep WOinActie, de Algemene Onderwijsbond (AOb) en FNV Overheid. De Inspectie keek onder andere naar het beleid van universiteiten rondom arbeidstijden. De Inspectie constateert uit de actieplannen dat veel van de maatregelen van de universiteiten zijn gericht op het individu in plaats van dat er sprake is van een bronaanpak. Er wordt dan ook niet op een systematische manier gekeken of de te treffen maatregelen aansluiten bij de achterliggende oorzaken van de problematiek.
Als het gaat om discriminatie vindt de Inspectie dat arbeidsrisico’s als gevolg van discriminatie niet goed genoeg in beeld zijn bij de universiteiten. De instellingen reageren te veel op incidenten, zo stelt de Inspectie. Daardoor is er te weinig inzicht op een structurele aanpak. Ook is niet duidelijk wie deze discriminatie vervolgens gaat aanpakken en wie de slachtoffers gaat helpen.
De universiteiten en het ministerie van OCW zijn nu aan zet, zo stelt de Inspectie. Het ministerie heeft aangegeven in gesprek te gaan met de universiteiten en vakbonden te organiseren.