De Landelijke Vreemdelingenvoorziening (beter bekend als de ‘bed-bad-brood locatie’) aan de Helsinkistraat in Groningen is de enige in Nederland waar uitgeprocedeerde asielzoekers met een (zwaar) strafblad of een (zwaar) inreisverbod worden opgevangen.
Volgens staatssecretaris Broekers-Knol verbleven er eind mei zes personen met een zwaar inreisverbod in de LVV in Groningen. De overige LVV’s hebben deze groep uitgeprocedeerden niet.
Broekers-Knol liet dit afgelopen vrijdag weten, als antwoord op Kamervragen van Dennis Wiersma (VVD). Wiersma stelde vragen aan de minister, naar aanleiding van een artikel in De Telegraaf. Daarin wordt gesteld dat van de 950 criminele migranten die Nederland in 2020 zo spoedig mogelijk moesten verlaten, er bij 323 geen toezicht was op het vertrek.
In principe geen opvang
De VVD vroeg daarom onder andere of vreemdelingen met een inreisverbod, een zwaar inreisverbod of een ongewenstverklaring nog in aanmerking komen voor de pilot ‘Landelijke Vreemdelingenvoorziening’. Broekers-Knol antwoordt daarop dat landelijk is afgesproken dat vreemdelingen met een zwaar inreisverbod of ‘ongewenst verklaarden’ geen onderdak
zullen krijgen in de LVV’s.
‘Groningen doet dit voor openbare orde en veiligheid’
“Maar ook dat in uitzonderlijke gevallen kan worden besloten om in een individueel geval iemand die niet voldoet aan de doelgroep toch toe te laten en begeleiding te bieden”, aldus Broekers-Knol. “Met Groningen is onder andere afgesproken dat in de pilot in Groningen wordt gewerkt aan het bieden van opvang en begeleiding aan personen met een zwaar strafblad en/of een zwaar inreisverbod, vanuit het perspectief van bescherming van de openbare orde en veiligheid.
De gemeente Groningen doet sinds 2019 mee aan de pilot LVV, samen met Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Eindhoven. Het Rijk betaalt voor de proef. Voor die tijd betaalde de gemeente zelf voor de ‘bed, bad en brood’-opvang.