Het stadsbestuur gaat het aanwijsbesluit voor cameratoezicht in het uitgaansgebied van Groningen niet met vijf, maar met twee jaar verlengen. Dat maakte burgemeester Koen Schuiling onlangs bekend in een brief aan de gemeenteraad.
Een langere verlenging van het cameratoezicht in de binnenstad is nu niet wenselijk, zo stelt Schuiling. Naast het feit dat de gemeenteraad na het zomerreces gaat discussiëren het aanbrengen van meer camera’s in de Groninger binnenstad, vindt Schuiling ook dat de coronacrisis roet in het eten heeft gegooid in de resultaten van de afgelopen jaren.
Vijf jaar verlengen is daarom niet wenselijk, aldus Schuiling: “Dit tijdsbestek biedt voldoende ruimte om het gesprek aan te gaan met uw raad. Op basis van de uitkomsten daarvan is het mogelijk een meer toekomstbestendig besluit te nemen.”
De burgemeester blijft een voorstander van de inzet van camera’s in de binnenstad: “De extra ‘ogen’ in de stad vergroten de efficiëntie en effectiviteit van het optreden van politie en gemeentelijke handhavers en dragen bij aan preventie en het oplossen van openbare-ordeproblemen en strafbare feiten. Ook maatregelen in het kader van ‘crowd management’ en ‘crowd control’ kunnen beter worden genomen met behulp van cameratoezicht.”
Weerstand in raad tegen extra camera’s in binnenstad; wel extra toezicht rond Folkingestraat
Eerder dit jaar opperde Schuiling nog het aantal camera’s in de Groninger binnenstad uit te breiden, omdat de huidige camera’s niet goed zouden werken bij grote demonstraties of calamiteiten. De gemeenteraad voelde toen weinig voor dit voorstel, met name vanwege de privacy.
In de Folkingestraat werden eind april juist nieuwe camera’s opgehangen, om zo drugsgerelateerde overlast tegen te gaan. De raad stemde in met dit voorstel, maar eiste tegelijkertijd een structurele aanpak van de onderliggende oorzaken van de overlast.