Lhbti+-leerlingen zijn vaker doelwit van pesterijen door leraren en ander schoolpersoneel dan hetero-leerlingen. Dat blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen en Universiteit Utrecht.
LHBTI staat voor lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgenders en intersekse personen. Deze leerlingen worden ook vaker lastiggevallen op plekken waar geen toezicht is, zoals toiletten, kleedkamers, parkeergarages of thuis. Verder voelen zij minder vrij om dit soort incidenten te melden aan leraren of ouders.
Het onderzoek vond plaats door Laura Baams van de RUG en Tessa Kaufman van Universiteit Utrecht. Een kleine 30 duizend leerlingen, gemiddeld 14 jaar oud, van 136 middelbare scholen in ons land hebben anoniem een enquête ingevuld. Een op de zes geeft aan op hetzelfde geslacht te vallen of zich niet thuis te voelen in het eigen lichaam.
Van de heterojongeren zegt 13 procent te worden gepest. Onder lhbti+’ers is dat ongeveer 30 procent. De data zijn verzameld tussen 2016 en 2018, maar Kaufman spreekt in het dagblad Trouw het vermoeden uit dat de onderzoeksgegevens niet zijn verouderd. Het pesten loopt uiteen van onhandige opmerkingen (“Ik geef jou maar een roze mapje dan”) tot fysiek geweld. Dat laatste komt vaker voor bij ander schoolpersoneel dan bij leraren. De onderzoekers vinden dat er meer aandacht moet komen voor leraren in anti-pestprogramma’s op scholen.