De protestwandeling die zondagmiddag plaatsvond in het gebied van de voormalige vloeivelden van de oude Suikerunie-fabriek is een succes geworden.
“We hadden twintig deelnemers”, vertelt initiator Jeroen van Linge. “Of we daar tevreden mee zijn? Ja. Vooraf konden mensen zich aanmelden, en die mensen zijn ook allemaal gekomen. Ik denk dat het een hele leerzame en interessante wandeling is geweest. De wandeling voerde via de Atoomweg, via het Hoendiep via de bietenbrug het terrein op. Daarbij kwamen we ook langs de Suikermarkt waar we met spandoeken duidelijk hebben gemaakt wat wij willen. Dus we hebben ook voor een beetje reuring gezorgd. Vervolgens hebben we een rondje tegen de klok in gelopen over de vloeivelden.”
Het gebied een gezicht geven
Van Linge noemt het belangrijk: “De afgelopen periode is er veel gezegd over de vloeivelden. Met deze wandeling hebben we het gebied een gezicht willen geven. Hoe ziet het er uit? Wat leeft er? Wat is het belang? Halverwege was er een punt waar fractievoorzitter Kirsten de Wrede van de Partij voor de Dieren een toelichting gaf. Daar hadden we vijf minuten voor uitgetrokken, maar dat duurde veel langer. We hadden een kritisch publiek dat veel vragen had, en waarbij er zo nu en dan ook een discussie ontstond.”
Stoelendans
Dat er gediscussieerd wordt noemt Van Linge begrijpelijk. “Veel mensen kennen het gebied niet. Zoals mevrouw De Wrede ook heeft uitgelegd leven er diverse vogelsoorten in het gebied, amfibieën en ook de fuut. Die moeten verdwijnen. Als het aan het Stadsbestuur ligt komt er een hele stoelendans op gang. In een aangrenzend weiland moet de grutto verdwijnen zodat daar één van de vogelsoorten naar toe kan. Al met al, het kost veel tijd, het kost veel energie. En zo werkt de natuur niet. Je kunt niet tegen een diersoort zeggen, kijk daar is je nieuwe plek.”
Andere bestuurscultuur
Afgelopen zomer stemde de Groningse gemeenteraad in met het plan van het Stadsbestuur om op de vloeivelden een nieuwe woonwijk te realiseren. “Wij hebben het gevoel dat de strijd nog niet is gestreden. De coronacrisis heeft ook laten zien hoe belangrijk de natuur is, dat het belangrijk is om in je achtertuin te kunnen ontspannen. Maar ook dat de natuur de ruimte moet hebben om zich te kunnen ontwikkelen. De afgelopen decennia hebben we het landschap ingericht naar economisch motief. Er wordt de laatste tijd gesproken over een andere bestuurscultuur. Ik denk dat het tijd is om die nieuwe bestuurscultuur tot uiting te laten brengen. En dat we ons als samenleving aan gaan passen aan de natuur.”
“Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald”
Van Linge denkt dat er ook ruimte is. “Bij de planvorming van het gebied zijn heel veel partijen niet gekend. Natuurorganisaties zijn boos, en zij zullen absoluut nog van zich laten horen. Waar ik op hoop? Officieel is de kogel door de kerk. Maar onofficieel is er, zolang de schep nog niet de grond in is, nog van alles mogelijk. Je hebt zo’n mooi spreekwoord: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Dat zou ik aan het Stadsbestuur mee willen geven. Het is nog niet te laat om dit plan aan te passen.”