Urban is booming: “Het wordt omarmd, en er is nog veel meer mogelijk”

nieuws
Foto: Rieks Oijnhausen

Urban is booming. Dat waren de woorden die Bettie Fischer zaterdag gebruikte naar aanleiding van de succesvolle UrbanExperience in het Stadspark. Maar is urban booming? En hoe komt dat dan? Een gesprek met twee mensen binnen de urban-scène.

Urban wordt sinds de jaren tachtig als naam gebruikt om een muziek- en cultuurstroming aan te duiden die verband houden met hiphop, rap en moderne r&b. Met urban wordt niets anders dan straatcultuur bedoeld. Tegenwoordig worden ook sporten als BMX’en, skateboarden en graffiti-art onder urban geschaard.

Quinten van Duuren is graffitikunstenaar en workshopdocent:
“Is het booming?” Vraagt Van Duuren zich af. “Als je kijkt naar het aantal workshops dat ik geef, dan heb ik het de afgelopen jaren echt drukker gekregen. De vraag en de interesse is toegenomen. En je ziet het ook in het straatbeeld. Graffiti was tien jaar geleden een lelijk woord dat gekoppeld was aan letters en cijfers die op een muur onder een viaduct waren gekalkt. Tegenwoordig wordt het steeds meer gezien als een kunstvorm, waar hele mooie dingen mee worden gemaakt. Graffiti heeft een toevlucht genomen. Op straat, maar ook in de scene. In Amsterdam is er bijvoorbeeld een museum dat zich richt op graffiti kunst, en in het Amerikaanse Miami heb je ook zo’n museum.”

Maar hoe is die toevlucht volgens jou te verklaren?
“Het is een combinatie van verschillende aspecten. Het is laagdrempelig. Iedereen kan dit doen, en je kunt het overal doen. Je hoeft niet naar een locatie om het te kunnen doen. Je kunt het bij wijze van spreken gewoon op een bord in je tuin beoefenen. Daarnaast is het ontzettend stoer om met een spuitbus iets te maken. Gisteren heb ik wethouder Inge Jongman (ChristenUnie) begeleid bij het maken van een kunstwerk in het Stadspark. Zij was echt verbaasd hoe leuk het is om zoiets te doen, en dat je ook hele mooie dingen kunt maken. Daarnaast speelt social media een rol. Er zijn verschillende graffitikunstenaars actief op social media, bijvoorbeeld op TiKTok. Die hebben echt veel volgers. Het trekt, en het interesseert.”

In hoeverre heeft corona hier een rol in gespeeld?
“De coronacrisis heeft het versneld, heeft het versterkt. De term urban is heel breed. Er valt ook BMX en skateboarden onder. In de tijd dat sporthallen en sportscholen gesloten waren zijn mensen op zoek gegaan naar dingen die wel konden. Urban kan beoefend worden in de openbare ruimte, in je eigen straat, bij je op de hoek. En om het wat verder door te trekken, de grondleggers van de urbanscene, die zijn ouder geworden, ze dragen het over aan jongere mensen. Het wordt groter. Als je het mij vraagt zitten we nu in een soort tussenfase, en zal het de komende tijd verder gaan groeien.”

Tekst gaat verder onder de foto

BMX is een onderdeel van urban-street. Foto: Rieks Oijnhausen

Alex Tjoelker is projectleider bij Noordstaat, het vroegere Urban House Groningen:
“Is het booming? Groeit het?” Vraagt Tjoelker. “Urban-stedelijk is er al een hele tijd. Dat je nu deze vragen aan mij stelt betekent dat het nu dermate aanwezig is, dat het gezien wordt, dat het opvalt. Ik vergelijk het met een boom die je in je tuin plant. Die boom wordt groter en groter. Op een gegeven moment komt de boom boven de schutting uit en zeggen de buren, hè hebben jullie een boom? Ja, maar die hebben we al heel lang. Zo moet je dit ook zien.”

Je hebt het over urban-stedelijk …
“Klopt. De term urban is niet meer van deze tijd. Het is ook de reden waarom wij afscheid hebben genomen van onze oude naam. Urban is sinds de jaren zeventig uitgegroeid tot een generaliserend overkoepelend begrip voor de muziek van zwarte artiesten, bedacht door blanke mensen. Dat kan niet meer. Alle activiteiten, hiphop, graffiti, BMX, noemen we daarom liever urban-street. Dat het groeit, ja dat hoef je mij niet te zeggen. De hiphop, en gerelateerde culturen, zijn meer gemeengoed geworden. Je ziet ook dat andere scènes zich er bij aansluiten. En je ziet dat er meer aandacht voor is. De muziek wordt vaker gedraaid op de radio, op televisie is er aandacht voor. En je ziet de dominantie van de cultuur toenemen.”

Merken jullie dat ook dat bij jullie de vraag naar diensten toe neemt?
“Ja. Wij zien absoluut een toename. We geven meer workshops, en de interesse in onze workshops is groter. Daarbij werken we met het principe each one, teach one. Iedereen is leerling en meester tegelijk, het werkt beide kanten op. Het is ook de manier waarop we graag onze workshops aanbieden. Niet met behulp van workshopdocenten die afgestudeerd zijn, nee, door jongeren die zichzelf een weg door de jungle hebben gebaand. Die het allemaal zelf hebben uitgevogeld. En die vraag groeit. Ook omdat het denk ik een vorm is die heel goed toepasbaar is binnen het onderwijs.”

Hoe valt volgens jou te verklaren dat de vraag toeneemt?
“Jongeren omarmen het. Eigenlijk is het een vrij jonge cultuur, die in de jaren zeventig is ontstaan. En als je het omarmt, en die groep wordt steeds groter, dan gaat het automatisch de boventoon voeren. Je kunt het vergelijken met het ontstaan van de popcultuur. Algemene bandjes die de popcultuur vormen, dat steeds verder omarmd werd. En ik denk dat er nog veel meer mogelijk is binnen de scène.”