Verschillende kunstorganisaties en -verenigingen uit Stad luiden woensdag de noodklok. Zij stellen dat de overgebleven atelierruimtes worden bedreigd.
In Groningen zijn in de vorige eeuw door de stichting Woon-Werkruimtes voor Kunstenaars, WWK, tachtig ateliers gerealiseerd in een aantal panden in de binnenstad. In 1992 is dat in overleg met de gemeente Groningen overgedragen naar woningcorporaties. Sindsdien is er niets meer bijgekomen, op de 28 koopateliers in Het Paleis na. Door de jaren heen zijn er zelfs ruimten verloren gegaan, zodat op dit moment nog maar vijftig ateliers en twaalf woonateliers beschikbaar zijn. Vergeleken met steden als Arnhem, Tilburg en Maastricht, die elk honderden ateliers hebben, is dat erg ondermaats.
Woningcorporaties zien winstgevender mogelijkheden
Voor de kunstenaars zijn de ateliers belangrijk. Omdat de beroepsgroep nauwelijks overheidssteun geniet, is een atelier de enige voorziening die iets oplevert. Nu worden de overgebleven 62 atelierruimtes in Groningen bedreigd. De woningcorporaties zien namelijk winstgevender mogelijkheden voor de panden waarin ze zijn gevestigd. In 1992 zijn de ateliers voor een gulden in erfpacht overgedragen aan de woningcorporaties, met geoormerkte bestemming en gedeeld beheer. Zo ligt de onderhoudsplicht bij de corporaties en ligt het verhuurbeleid bij de Huurders Vereniging Kunstenaars, HVK.
Rotterdams beleidsmodel
Ondertussen wil de gemeente Groningen de beleidsnota ‘Aanpak Broedplaatsenbeleid’ uitvoeren, waarmee het aanstuurt op het meest onwenselijke beleidsmodel dat Nederland kent, dat van Amsterdam. Daarin wordt alles ingezet op tijdelijke, antikraak, huisvesting, met niet het kunstbeleid als doel, maar als instrument tot gentrificatie van achterstandswijken. De Groningse kunstverenigingen en organisaties willen dat er gekeken wordt naar het Rotterdams beleidsmodel, waarin proactief kunstbeleid wordt gevoerd. In Rotterdam worden inmiddels zevenhonderd ateliers beheerd, en neemt dit aantal de komende periode verder toe. “Wij hopen daarmee Groningen vanaf haar huidige plek in de culturele onderwereld omhoog te kunnen trekken naar in elk geval een gelijkwaardige positie met andere steden in het land”, schrijven de organisaties.