Het College van Gedeputeerde Staten moet een provinciale geitenstop invoeren. Daarvoor pleit de fractie van de Partij voor de Dieren in de provincie.
Het aantal geiten in de provincie groeit gestaag. Recent werd bekend dat er een nieuwe bedrijfsuitbreiding gaat plaatsvinden in Sellingen, waar een geitenhouder 2.150 geiten wil gaan houden. De Partij voor de Dieren constateert dat de provincie nog altijd weigert om de regie in handen te nemen ten aanzien van de gezondheidsrisico’s die grote geitenbedrijven met zich meebrengen. De provincie laat de regie over aan de gemeenten waardoor in de ene gemeente vergunningen geweigerd worden, en in een andere gemeente de deur wagenwijd open staat. In de gemeente Groningen werd afgelopen zomer wel een geitenstop ingevoerd.
Onbegrijpelijk
Statenlid Ankie Voerman noemt het onbegrijpelijk dat er geen provinciale verantwoordelijkheid wordt genomen: “Eén van de kerntaken van de provincie is het bewaken van een veilige en schone leefomgeving. Daarbij hoort ook het tegengaan van luchtvervuiling, stank en de verspreiding van zoönosen (infecties die van dieren op mensen overgedragen kunnen worden, red.) door de veehouderij. De provincie beweert dat ze actief wil sturen op bronnen van luchtvervuiling, maar tegelijkertijd wordt toegestaan dat gemeenten de luchtkwaliteit grondig verzieken door dit soort bedrijven te vergunnen.”
Onderzoek
Op dit moment voert het RIVM een onderzoek uit naar de verbanden tussen geitenhouderijen en longklachten. Vanwege de coronapandemie zijn de resultaten van dit onderzoek vertraagd tot eind 2024. De GGD en het RIVM adviseren al jaren om uit voorzorg een afstand van 2 kilometer aan te houden tussen nieuwe of uitbreidende geitenbedrijven en woonbebouwing.