De gemeenteraadsfractie van GroenLinks is bang dat de inwoners van Haren hun vertrouwen in de gemeente Groningen nog meer kwijtraken door het besluit van het stadsbestuur om de grond achter sportpark De Esserberg te reserveren voor de uitbreiding van het complex.
De gemeente besloot begin deze maand om de gronden achter de Esserberg aan te wijzen als grond met ‘voorkeursrecht’, wat zoveel betekent dat als de eigenaren de grond willen verkopen, ze dit alleen aan de gemeente mogen doen.
Dat zorgde onder meer voor ophef bij de Stichting Landelijk Gebied Haren, die stelt dat dit indruist tegen eerdere afspraken om het gebied tussen Haren en de Stad groen te houden. De clubs op sportpark De Esserberg zijn juist blij met de actie van de gemeente, omdat ze al jaren willen uitbreiden.
Besluit lijkt in strijd met overeenkomst tussen Groningen en Haren
Hoewel GroenLinks stelt blij te zijn met het feit dat de gemeente probeert de regie te houden over de toekomst van dit gebied nu de eigenaren het te koop aanbieden, stelt de fractie zich zorgen te maken over de motivatie van het gemeente voor de reservering van de gronden.
“Met name de zinsnede ‘aanleiding is de krapte op sportpark De Esserberg en de mogelijkheid om hier extra velden aan toe te voegen’ achten wij in strijd met de bestuursovereenkomst tussen Groningen, Haren en Ten Boer”, aldus raadslid Hans Sietsma. “Daar staat immers in: ‘In het overgangsgebied tussen Groningen en de dorpen van Haren en Ten Boer wordt tenminste tot 2040 niet gebouwd. Dit geldt ook voor de groene long tussen Groningen en Haren.”
Garanties van gemeente: ‘Niet bouwen tot 2040’
GroenLinks wil daarom de garantie van het gemeentebestuur dat het gebied tussen Groningen en Haren in ieder geval tot 2040 onbebouwd blijft. De raadsfractie vraagt zich daarnaast af wat het college met de graslanden wil. “Staat het in gebruik nemen als sportvelden van dit gebied als gelijkwaardig aan ‘niet bebouwen’?”, vraagt Sietsma zich af. “Begrijpt het college dat over deze motivatie van het besluit direct onrust ontstaat in de Harense gemeenschap en dat dit het vertrouwen in de houdbaarheid van de bestuursovereenkomst aantast?”