Het Kabinet moet bezien of GasTerra, de Groningse handelsonderneming voor aardgas, behouden kan blijven en een doorstart kan maken als nationaal of Europees handelshuis voor gas.
De Tweede Kamer besloot dinsdagmiddag om een motie van de Kamerleden Henri Bontenbal (CDA) en Pieter Grinwis (ChristenUnie) Henri aan te nemen. Afgelopen donderdag liet Minister Jetten van Economische Zaken al weten wel iets te voelen voor een doorstart van GasTerra. De regering besloot dan ook om hier meer onderzoek naar te doen.
Jetten en Vijlbrief kwamen tot dit besluit, nadat de Mijnraad adviseerde om ‘de wendbaarheid te behouden en waar dat kan te versterken’ en ‘GasTerra niet op te doeken’, om zo de leveringszekerheid van aardgas zo goed mogelijk te borgen en minder afhankelijk te zijn van Russisch gas.
Jetten’s voorganger Eric Wiebes besloot in september 2020 dat GasTerra, het bedrijf dat Nederlands aardgas verhandeld, in 2024 de deuren in Groningen moet sluiten. Hoewel het bedrijf ook na 2024 nog verplichtingen heeft, gaat het licht in het hoofdkantoor aan de Stationsweg in Groningen wel uit op 31 december van dat jaar. Andere partijen moeten de laatste werkzaamheden van het bedrijf (zoals de levering van laagcalorisch gas uit kleinere velden) afhandelen.
‘GasTerra kon altijd gas leveren uit de ‘eigen voorraad’
Een doorstart van GasTerra ligt niet direct voor de hand, aldus Vijlbrief. Dat wil zeggen: Niet het GasTerra zoals het nu bestaat.
“GasTerra kon altijd gas leveren uit de ‘eigen voorraad’ en is dan ook niet opgezet als handelshuis”, stelt Vijlbrief. “GasTerra is een publiek-private samenwerking tussen de Staat, het staatsbedrijf EBN en de energiebedrijven Shell en ExxonMobil opgezet met als taak het verkopen van Groningengas en later ook Nederlands kleine velden. Het besluit om de gaswinning uit het Groningenveld volledig te beëindigen, ligt dan ook ten grondslag aan het besluit om de samenwerking in GasTerra met Shell en ExxonMobil te beëindigen.”
Kansen voor GasTerra als ‘algemene, grote speler’
Eind 2024 stopt GasTerra daarom met haar activiteiten, zoals dat eind 2019 werd bepaald. Nieuwe banden met oliebedrijven liggen niet in het vooruitschiet en bestaande werkzaamheden worden afgebouwd, zo stelt Vijlbrief.
Maar er blijven kansen voor GasTerra als een ‘meer algemeen een speler’, aldus de staatssecretaris: “Als met de motie voor een doorstart GasTerra niet zozeer het bedrijf wordt bedoeld zoals het nu bestaat, maar een algemene grote speler met internationale ervaring die niet alleen commerciële belangen nastreeft, maar die ook maatschappelijke belangen zoals leveringszekerheid behartigt, dan wil ik dat graag verder onderzoeken.”
