Snelle hertentamens zorgen ervoor dat studenten minder hard studeren. Dat blijkt uit onderzoek van promovendus Rob Nijenkamp over herkansingen en succes bij tentamens.
Volgens Nijenkamp, in gesprek met de Universiteitskrant, is het beter om meer tijd te laten vallen tussen een tentamen en de herkansing. Die herkansing is vaak vrij kort daarna. Vaak ook worden hertentamens ingepland na de reguliere tentamens van het volgende blok. De promovendus denkt dat dit anders moet. Studenten die weten dat er een tweede kans is na hun tentamen, doen minder hun best. En dus is de kans dat ze zakken ook groter.
Nijenkamp hoorde van veel studenten dat ze minder tijd aan een tentamen besteden als ze weten dat er een hertentamen is. Daaruit blijkt volgens hem dat een herkansing een ‘perverse prikkel’ is, die het verleidelijk maakt voor studenten om minder hard te werken voor hun tentamens. Hij pleit echter niet voor complete afschaffing van hertentamens, maar is voorstander van het eisen van een minimumcijfer. ‘Zodat je bijvoorbeeld minimaal een vier moet halen om een herkansing te kunnen krijgen,’ aldus Nijenkamp in de Ukrant. Nog beter zou het zijn om meer tijd in te bouwen tussen de twee tentamenkansen, zodat de student de stof opnieuw moet leren.