De Tweede Kamer maakt zich zorgen over de ontwikkeling van ICT-systemen en de dienstverlening bij de Dienst Uitvoering Onderwijs, DUO. Kamerleden willen dat minister Robbert Dijkgraaf (D66) van Onderwijs vaker gaat vertellen hoe het gaat.
Aanleiding voor het debat is de ICT-vernieuwing bij DUO. Uit een onafhankelijk advies vorig jaar bleek dat de invoering van een nieuw systeem niet doorgevoerd moest worden. DUO heeft tien jaar lang verbeteradviezen niet opgevolgd, waardoor processen onvolwassen zijn en het financieel beheer onvoldoende ontwikkeld is. Nu wil DUO investeren in een nieuw systeem waar maar heel weinig mensen mee kunnen werken. Uit het rapport blijkt dat geadviseerd wordt om door te gaan met de ontwikkeling van de huidige systemen, die op zich nog prima voldoen.
Drie maandelijkse rapportage
Dat wordt echter niet als een optie gezien, omdat het huidige vernieuwingstraject zich al in een vergevorderd stadium bevindt. Volgens Kamerlid Hatte van der Woude van de VVD besteed DUO te weinig aandacht aan onderhoud, waardoor problemen ontstaan: “Je kunt wel een betere auto kopen, maar je moet wel je rijvaardigheden op orde hebben”, aldus Van der Woude. De minister vergelijkt het met de ontwikkeling van de iPhone, waarbij eerst sprake was van een enorme ontwikkeling en je nu naadloos over gaat naar de volgende update: “Je ziet het nauwelijks, maar er gebeurt heel veel achter de schermen”, aldus de minister. Van der Woude wil dat de minister met een driemaandelijkse rapportage komt over de stand van zaken.
Dienstverlening
Tijdens het debat ging het ook over de dienstverlening. Peter Kwint van de SP vertelde dat hij contact had gehad met een oud-student bij wie kanker was geconstateerd, en die zijn hele studieschuld terug moest betalen. DUO ondernam pas actie nadat het verhaal de media haalde. De uitvoeringsorganisatie liet weten dat de instructies nu zijn veranderd, maar Kwint vraagt zich af wat er precies is veranderd. Volgens de minister doen medewerkers hun uiterste best. “De menselijke maat staat echt centraal.” Daarbij moet men zich volgens de minister wel realiseren dat het om complexe situaties gaat, want wat binnenkomt als een aanvraag of wijziging van de studieschuld of toelage, daar zitten heel veel systemen aan vast, wat zorg en tijd kost.
“Studenten beter informeren”
De minister erkende tijdens het debat dat er dingen mis gaan. Hij noemde als voorbeeld de aanvullende beurs. Er zijn studenten die hier recht op hebben, maar de beurs niet aanvragen. Terwijl 41 procent van deze groep wel een lening afsluit. Dijkgraaf wil deze situaties met 75 procent terugdringen door meer in te gaan zetten op betere voorlichting. Kwint reageert daar venijnig op door te zeggen dat er meer mogelijk moet zijn. Volgens hem kan het systeem ook omgedraaid worden waarbij studenten, bij de aanvraag van een studiefinanciering, een optie uit moeten schakelen als ze bijvoorbeeld geen aanvullende beurs willen hebben. De minister laat daarop weten dat aan deze opzet haken en ogen zitten. “Iedereen weet wel dat je soms per ongeluk op een webpagina iets hebt aangevinkt zonder dat je dacht dat je dat gedaan had.” Volgens de minister is de belangrijkste opgave dat studenten goed geïnformeerd zijn over de mogelijkheden.