“Als het kegelschip twintig centimeter hoger was geweest, dan had het de fietsbruggen geramd”

Als het kegelschip woensdag twintig centimeter hoger was geweest dan was de ramp niet te overzien geweest. Dat zegt Chris van Malkenhorst van de bewonersvereniging De Hunze en Van Starkenborgh zondagavond.

Van Malkenhorst reageert daarmee op de aanvaring van de Oosterhamrikbrug, ook wel de busbaanbrug genoemd, van afgelopen woensdag. Bij de aanvaring voer een schip tegen de brug aan waardoor containers aan boord verschoven, en tegen de stuurhut aan kwamen. De stuurhut raakte hierdoor fors beschadigd. “Door het oog van de naald zijn denk ik terechte woorden”, zegt Van Malkenhorst. “De busbaanbrug heeft een doorvaarhoogte van rond de 6.50 of 6.60 meter. De twee fietsbruggen bij de Gerrit Krolbrug zijn twintig centimeter hoger. Ik weet, dat toen dit schip passeerde, er meerdere mensen op de brug stonden. Moet je eens bedenken wat er had kunnen gebeuren. De ramp was niet te overzien geweest.”

“Als een vrachtwagen te hoog is gaat een slagboom voor een tunnel dicht”
De aanvaring maakt Van Malkenhorst ook duidelijk dat de hoogte van een brug helemaal niet uit maakt. “Het maakt geen zak uit. Of de brug nu laag is of hoog is. Het maakt geen verschil. Er moet gekeken worden naar een heel ander aspect, en dat is het waarborgen van de veiligheid op deze route. Waar ik dan aan zit te denken? Er zijn tunnels in Nederland die uitgerust zijn met allerlei sensoren. Komt er een vrachtwagen aanrijden die te hoog is, dan krijgt de chauffeur eerst een waarschuwing om de snelweg te verlaten. Wordt dit genegeerd dan gaan voor de tunnel de slagbomen dicht. Een mooi systeem waarmee aanrijdingen voorkomen worden. Ontwikkeld door Rijkswaterstaat. Zoiets moet ook op het water worden ingepast.”

Sensoren, verlichting en communicatie
Volgens Van Malkenhorst is dat ook redelijk eenvoudig te implementeren. “We hebben het over de vaarweg Lemmer naar Delfzijl. Vrijwel alle schepen varen de volledige route. Je kunt schepen gaan monitoren. Je kunt er voor gaan zorgen dat schippers om de zoveel tijd laten weten dat ze er nog zijn. Je kunt Engels de standaardtaal maken voor de communicatie via de marifoon. Je kunt richtlijnen maken over het verlichten van bruggen en kunstwerken op de route. Je kunt met sensoren de hoogte van een schip meten, waardoor je precies weet welke brug wel en welke brug niet open moet Met al deze maatregelen zorg je er voor dat brugwachters zicht hebben op wat er komen gaat, en kunnen ze daar op anticiperen. En met al die maatregelen maakt het niet uit hoe hoog een brug is. Het frappante is echter dat de veiligheidsmaatregelen allemaal in een rapport staan beschreven, maar dit rapport ligt ergens in een bureaula te ver-stoffen.”

Chloorazijnzuur
Uit informatie van OOG Tv blijkt dat het schip van afgelopen woensdag onder andere chloorazijnzuur in vloeibare vorm (C₂H₃O₂Cl) aan boord had. Om die reden voer het schip ook twee blauwe kegels, wat in de scheepvaart de aanwijzing is dat er zeer gevaarlijke stoffen aan boord zijn. “Ik schrik hier wel van. Ik weet dat er voor het Van Starkenborghkanaal dispensaties worden afgegeven voor bepaalde stoffen, maar ik weet niet voor welke. Maar het zet je wel aan het denken. Want wat als het inderdaad helemaal mis was gegaan en een wolk met gevaarlijke stoffen was ontsnapt. Dat zou rampzalig zijn. Om problemen te voorkomen is het misschien goed om een loods mee te laten varen op zulke schepen, zoals bijvoorbeeld ook op treinen gebeurd.”