Buitengewoon Opsporingsambtenaren van de gemeente Groningen maakten vorig jaar vaker melding van agressie dan collega’s in Amsterdam. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum.
Ook in Leeuwarden en Utrecht maakten boa’s vorig jaar vaker melding van belediging, bedreiging of mishandeling dan in de hoofdstad.
De oorzaak van dit hogere cijfers is niet precies te duiden, zo stellen onderzoekers Jaap van Lakerveld en Gert-Jan Lindeboom. Mogelijke oorzaken zijn een hogere tolerantie voor geweld in Amsterdam, een andere definitie van wat geldt als geweld, of een lagere bereidheid om geweld tegen boa’s te melden in de hoofdstad, zo stellen de onderzoekers.
Wapenstok voor boa’s na proef
De boa’s in Amsterdam mogen sinds begin vorig jaar een wapenstok dragen. Groningen deed ook mee aan dit experiment met de inzet van een korte wapenstok en fungeerde daarbij als ‘controlegemeente’. In Amsterdam werd de wapenstok relatief vaak ingezet, ten opzichte van het aantal meldingen van geweld tegen boa’s.
Vanaf 1 juli kunnen alle Nederlandse gemeenten een aanvraag indienen om haar boa’s een wapenstok te geven. Dat maakte Minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid donderdagmiddag. Ook krijgen de boa’s (op termijn) handboeien in hun standaarduitrusting en kunnen ze zelf toegang krijgen tot verschillende systemen om de identiteit van mensen vast te stellen.
Sommige boa’s moeten binnenkort ook zelf een aanpassing doen. De opsporingsambtenaren mogen straks geen ‘zichtbare uitingen van (levens)overtuiging, religie, politieke overtuiging, geaardheid, beweging, vereniging of andere vorm van lifestyle’ meer uitdragen, als dat ‘afbreuk doet aan de gezagsuitstraling, neutraliteit en veiligheid van de buitengewoon opsporingsambtenaar’. Wanneer deze regeling ingaat, is niet bekend.