Vrouwen die borstkanker hebben gehad, hebben daarna vaker hart- en vaatziekten en klachten van depressie, angst en vermoeidheid dan vrouwen zonder een voorgeschiedenis van kanker.
Dit blijkt uit onderzoek waarop huisarts Saskia Accord-Maass van het UMCG op 6 juli promoveert. De meeste vrouwen die borstkanker hebben gehad, ervaren tien jaar na de diagnose geen lichamelijke of psychische klachten die samenhangen met hun behandeling. Toch hebben deze vrouwen na tien jaar vaker een licht verminderde pompfunctie van hart, en vaker hart- en vaatziekten. Daarnaast ervaren zij vaker klachten van depressie, angst en vermoeidheid.
Borstkanker treft één op de acht vrouwen in Nederland. Door steeds betere behandeling leeft 88 procent van hen vijf jaar na de diagnose nog. Uit het onderzoek blijkt verder dat het niet nodig is dat vrouwen die borstkanker hebben gehad, standaard een preventief onderzoek moeten ondergaan bij de cardioloog. Wel is het belangrijk dat de huisarts deze informatie meeneemt in zijn/haar risico-inschatting op hart- en vaatziekten.
Volgens Saskia Accord-Maass is het van belang dat er aandacht is voor de lange termijneffecten na de behandeling: “We moeten erkennen dat hun klachten mogelijk nog een gevolg zijn van de behandeling voor borstkanker. Het is belangrijk dat hier kennis over is, zodat er eventueel een behandeling kan starten.’ Ze pleit voor aandacht hiervoor bij de opleiding van huisartsen en bij zorgmedewerkers.