Foutjes in camera’s kunnen helpen bij opsporen van kindermisbruik

Computerwetenschappers van de RUG hebben een nieuwe methode ontwikkeld om digitale media aan hun maker te koppelen. Daarmee kunnen bijvoorbeeld kindermishandeling en kindermisbruik worden opgespoord.

De wetenschappers hebben, samen met collega’s van de universiteit van Léon (Spanje)  een systeem ontwikkeld dat de ruis van individuele camera’s kan analyseren. Deze informatie is te gebruiken om een video aan één specifieke camera te koppelen.

“Je kunt het vergelijken met het patroon van groeven op een afgevuurde kogel,” zegt één van de onderzoekers, assistent hoogleraar George Azzopardi aan de RUG. De methode kan in de praktijk worden gebruikt, bijvoorbeeld wanneer de politie een camera vindt bij een verdachte van kindermisbruik. De politie kan de camera koppelen aan beelden die op informatiedragers zijn aangetroffen.

Nederland is een van de grootste distributeurs van digitale media met kindermisbruik. Om dit soort misbruik tegen te gaan zijn forensische technieken nodig waarmee het mogelijk is digitale beelden te analyseren en zo video’s of foto’s op te sporen waarin mogelijk kindermisbruik is te zien. Een andere bron van informatie is de ruis in afzonderlijke videoframes of foto’s.