Mensen komen niet in financiële problemen door de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep over het Groningse bewindvoeringsbeleid. Dat stelt het Groningse college van B&W.
De gemeente besloot in 2018 dat mensen die onder bewindvoering staan, dat alleen bij de gemeente zelf mogen doen en niet bij particuliere bewindvoerders. Bij de gemeente zelf worden de kosten vergoed, bij de particuliere bewindvoerders niet. Maar de Centrale Raad van Beroep, de hoogste bestuursrechter van Nederland, oordeelde in april dit jaar dat de gemeente dit niet had mogen doen. De rechter bepaalde dat de gemeente de kosten wel moet vergoeden als mensen al een bewindvoerder hadden voordat het nieuwe beleid inging.
Na de uitspraak besloot de gemeente zich te beraden op de uitspraak en de gevolgen. Na de zomer moet het kersverse gemeentebestuur beslissen wat het gaat doen met de uitspraak. Twee weken terug stelde de Groningse advocate Enith van Wolde echter dat een aantal van haar cliënten grote financiële problemen ondervindt, zolang de gemeente niks met de uitspraak doet.
Geen problemen door uitspraak bestuursrechter
De raadsfracties van de SP, PvdA en GroenLinks stelden daarom schriftelijke vragen aan het college. De gemeente stelt in haar antwoord dat mensen uit de gemeente die onder bewindvoering staan, geen problemen ondervinden door de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Maar als inwoners er (zonder dat daarvoor voldoende aanleiding is) voor kiezen om een bewindvoerder te nemen die niet bij de Groninger Kredietbank is aangesloten, krijgen ze geen bijstand voor deze bewindvoerder van de gemeente. Dit beleid gold al en blijft ongewijzigd, zo stelt het college.
Er blijft echter een groep inwoners die geen gebruik kan maken van de bewindvoerders van de Groninger Kredietbank (GKB), die de bewindvoering uitvoert voor de gemeente. De meeste van hen werden voor 1 maart 2018 onder bewindvoering gesteld. “Wij kunnen niet om de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep heen en moeten in de gevallen waar het om gaat toestaan dat gebruik wordt gemaakt van een commerciële bewindvoerder en de kosten van beschermingsbewind vergoeden vanuit de bijzondere bijstand”, aldus het college.
