Het kabinet stelt maximaal 150 miljoen euro beschikbaar vanwege de tekorten die bij het openbaar vervoer dreigen. Dat zegt staatssecretaris Vivianne Heijnen.
Vanwege de coronapandemie maakten veel minder mensen gebruik van het openbaar vervoer. Het Kennisinstituut voor Mobiliteit denkt dat de reizigersaantallen volgend jaar bijna weer op het niveau van 2019 uitkomen. De regionale vervoerders en NS verwachten echter dat nog steeds fors minder mensen het openbaar vervoer nemen.
De provincies trokken onlangs aan de bel. Zo dreigen in de provincie Groningen diverse buslijnen te verdwijnen of dat bussen minder vaak gaan rijden.
Als het ergste scenario in 2023 uitkomt, is de 150 miljoen euro genoeg om twee derde van de kosten te dekken. “Met deze transitieregeling kunnen de treinen, bussen, trams en metro’s volgend jaar blijven rijden”, aldus Heinen. “Fors schrappen in de dienstregelingen is voor mij geen optie”.
De OV-bedrijven moeten er wel voor zorgen dat na 2023 vraag en aanbod van het OV goed op elkaar afgestemd zijn. Daarnaast moeten zij zich inspannen om de reizigers weer terug te krijgen in de bus, trein, tram of metro.
