De wielrenners die deelnemen aan de Vuelta hebben na drie etappes Nederland verlaten. Bij de studentenwielrenvereniging Tandje Hoger uit Stad kijken ze met tevredenheid terug op de voorbije dagen.
“Dit evenement zong bij ons al weken rond”, vertelt Thomas van Zeewijk Vink van Tandje Hoger. “De Vuelta is prachtig en als zo’n evenement in eigen land wordt gehouden, dan moet je daar bij zijn. Als vereniging hebben we niet een groepsactiviteit ondernomen. De zomervakantie was debet, omdat er nog wel wat leden op vakantie bleken te zijn. Uiteindelijk zijn we toch met verschillende leden naar Utrecht afgereisd.”
“Zoveel geweld, prachtig”
Men koos er voor om aanwezig te zijn bij de etappe die op zaterdag verreden werd van Den Bosch naar Utrecht. “Ik had een mooi plekje kunnen bemachtigen op ongeveer 450 meter voor de streep. En dat was prachtig. Het eindigde in een massasprint, wat ook wel de verwachting was. De etappe voerde via de Amerongse Berg, maar dit is uiteraard geen echte berg. En dan komen ze massaal op de finish af. Men rijdt met 60 kilometer per uur langs je. Dat is zoveel geweld, dat is zo’n wervelwind. Prachtig.”
“We waren vol in beeld”
Zeewijk Vink keek zijn ogen uit. “Wielrennen is een sport die zich vlakbij afspeelt. Je kunt de wielrenners als het ware aanraken. Na de finish dan wandel je over het terrein, dan zie je alle bussen van de ploegen, je ziet de wielrenners, je ziet kinderen die handtekeningen bemachtigen, er worden foto’s gemaakt. Dat is prachtig. Ik begreep ook dat wij als vereniging even vol in beeld zijn geweest. Een aantal van ons had het wielertenue van Tandje Hoger aan en daarmee hebben we de landelijke televisie gehaald. Ik kreeg vervolgens allemaal appjes, dat is toch prachtig? Na afloop zijn we naar een festival gegaan dat georganiseerd werd door onze zustervereniging in Utrecht. Dit ademde wielrennen. En het was heel leuk om daar contacten te leggen.”
“Bij een ploegentijdrit mis je de wedstrijdbeleving”
De Vuelta begon vrijdag met een ploegentijdrit. De studenten kozen echter bewust voor de zaterdag. “Ik kan me voorstellen dat je kiest voor de vrijdag. Dat je alle ploegen op je gemakje kunt zien. Maar ik vind dat je dan de wedstrijdbeleving mist. Je weet niet hoe het er voor staat. Bij een finish van een reguliere etappe komt dat meer tot zijn recht.”
“Wat we in Nederland missen zijn bergen”
Verschillende wielrenners lieten maandag weten dat ze blij waren dat men uit Nederland was vertrokken omdat men de Nederlandse wegen niet geschikt vindt voor een grote ronde. “Ik vind dat een beetje onzin. We hebben het over profwielrenners die echt wel wat gewend zijn. In Spanje fietsen ze op snelwegen waarbij dat ook alleen maar kan omdat die wegen zijn afgesloten. Ik denk dat profs zich prima aan kunnen passen aan een parcours, en een beetje uitdaging is ook wel goed. Een groter probleem is dat we geen bergen hebben. Als we dat nu zouden hebben, dan zouden zulke wielerrondes waarschijnlijk nog veel vaker ons land bezoeken.”