FC Groningen speelt dit weekend de tweede wedstrijd van het seizoen in de Johan Cruijff ArenA tegen regerend landskampioen Ajax. De Amsterdammers wisten hun eerste wedstrijd van het seizoen met 2-3 te winnen in Sittard tegen Fortuna. Groningen kwam in de eerste wedstrijd niet verder dan een teleurstellende 2-2 tegen FC Volendam.
Trainer Frank Wormuth vindt het niet erg om Ajax nu al te treffen: “We spelen tegen Ajax, dan kan je alleen maar winnen, zeg ik altijd. Ajax speelt de eerste wedstrijd thuis, fantastische ploeg. Maar heeft toch natuurlijk in de beginfase van de eredivisie zijn uitdagingen nog. Als iemand vraagt: wanneer wil je tegen Ajax spelen? Dan zeg je altijd: de eerste wedstrijd alsjeblieft. Waarom? Zij moeten elkaar ook nog vinden.”
Ajax had vorige week in de openingswedstrijd van het seizoen nog behoorlijk wat moeite met Fortuna Sittard, al wonnen de Amsterdammers die wedstrijd wel: “Dat heb je ook in Sittard gezien. Het heeft tijd nodig, maar het is een fantastische ploeg. Alles bij ons alles perfect gaat hebben we misschien een kleine kans.”
Michael de Leeuw
FC Groningen gaat het in Amsterdam doen zonder Michael de Leeuw. De 35-jarige aanvaller verkaste deze week naar Willem II uit Tilburg, omdat kans op speeltijd in Groningen gering was. De Leeuw moest afgelopen weekend tegen FC Volendam zelfs plaats nemen op de tribune. Wormuth snapt de keuze van de speler: “Ik wens hem heel veel geluk bij Willem II. Hij kan nu zijn carrière afsluiten als speler op het veld, en niet op de bank. En dat is fantastisch, dat vind ik goed,” aldus de trainer.
Jørgen Strand Larsen
Wie nog wel gewoon in het groen-wit van de FC te bewonderen is dit weekend, is de Noorse spits Jørgen Strand Larsen. De 22-jarige aanvaller ziet de laatste weken verschillende biedingen op hem van bijvoorbeeld Bologna en Middlesbrough afgewezen worden. Wormuth ziet een dubbel beeld bij de spits: “Het is wat wisselvallig. Aan de ene kant zegt hij tegen mij dat hij een goed gevoel heeft bij Groningen. Aan de andere kant ziet hij natuurlijk ook wat hij verdienen kan, welke clubs er naar hem vragen, een ander land. En dat roept misschien het gevoel op: krijg ik nog wel een keer weer zo’n kans? Maar hij moet wel op het veld blijven presteren.”