Een 40-jarige man uit Groningen kreeg dinsdag een voorwaardelijke celstraf opgelegd voor het aanranden van een andere man, nadat hij het slachtoffer had bedwelmd met de ‘poppers’.
Daarnaast moet de Groninger zich laten behandelen, omdat de Stadjer vorig jaar ook al is veroordeeld voor een zedendelict. De Groninger heeft een autistische stoornis, die volgens de rechter bijdraagt aan ‘beginnend delictpatroon’. Ook mag de Groninger geen drugs (poppers) en alcohol meer drinken tijdens zijn traject bij de reclassering.
De Stadjer zou het slachtoffer, wat niet bekend was met de partydrug, wijs hebben gemaakt dat alleen ruiken aan het flesje met de poppers geen kwaad kon. Het slachtoffer zag alleen ruiken aan het fles met drugs als onschuldig, terwijl de Stadjer wel wist dat het slachtoffer meteen het effect van de drug zou ervaren. Terwijl het slachtoffer (naar eigen zeggen) grote delen van zijn lichaam moeilijk of niet bewegen, besloot het slachtoffer de man onzedelijk te betasten en aan te randen.
De verdachte zelf vindt dat het slachtoffer wist wat hij deed, toen hij aan het flesje met poppers rook. De advocaat van de Stadjer opperde twee weken geleden ook dat uit het bewijs blijkt dat er sprake was van een ‘vrijwillige setting’. Ook zou de verklaring van de verdachte over de duur en de effecten van de drugs niet passen bij poppers.
De rechtbank is echter van oordeel dat Stadjer op zijn mist ‘voorwaardelijk opzet’ heeft gehad op het tegen de wil zijn slachtoffer verrichten van seksuele handelingen. “Hij heeft voorafgaand aan het ruiken aan de poppers immers meermalen aangegeven niet gediend te zijn van de seksuele toespelingen die verdachte maakte en hij heeft na het ruiken aan de poppers kenbaar gemaakt dat hij zich niet goed kon bewegen.” Het bieden van verzet tegen de acties van het slachtoffer waren daardoor ‘aanmerkelijk beperkt’, zo stelt de rechtbank.
