Een historisch moment. Zo omschrijft Sjoert Fleurke van de Wespenstichting de oproep van GroenLinks en de Partij voor de Dieren om in Groningen te stoppen met het verdelgen van wespennesten.
“Ja, ik ben heel blij”, reageert Fleurke. “Groningen is de eerste gemeente die dit oppakt. En het is extra mooi dat ik toevallig in deze gemeente woon.” De fracties van de beide politieke partijen vinden dat wespen in Groningen nog te vaak verdelgd worden. Daarom zou de milieudienst van de gemeente moeten stoppen met het gebruik van bestrijdingsmiddelen tegen de insecten en pleiten de fracties voor speciale opvangplekken voor verwijderde wespennesten.
“Waarom gebruiken we eigenlijk gif?”
Fleurke: “Je hebt het over veranderingen die niet vanzelf gaan. Enerzijds is het de beleving. Als je thuis een wespennest ziet dan is je primaire reactie dat het weg moet. Het hoort er niet dus het moet verdwijnen. En dat geldt ook voor de gemeente en bedrijven die de nesten aanpakken. Men doet het volgens de normen, en die normen worden gewoon gevolgd. Er wordt dus gif gebruikt. Maar de vraagtekens komen als je er over na gaat denken. Zijn er niet andere manieren? En waarom doen we het eigenlijk zo?”
“Dit is een grote stap”
“Daarom ben ik blij dat de politiek nu met deze boodschap komt, want de gemeentelijke milieudienst zou nooit zelf de vindingrijkheid en het initiatief nemen om hier mee te stoppen. Ook omdat ze het druk hebben met andere normen. Binnenkort is het bijvoorbeeld niet meer toegestaan dat muizen met gif verdelgd worden. Er wordt gezocht naar een andere aanpak. Dat kost tijd, en daarom denkt men helemaal niet na over wat de beste manier is voor wespen. Daarom kan dit echt gezien worden als een grote stap.”
“Met minder insecten raakt het ecosysteem uit balans”
Met de insecten, waar de wespen toe behoren, gaat het slecht. “Als je vroeger met je auto over de snelweg reed dan zat je bumper onder de insecten. Tegenwoordig is het veel schoner. Voor jou als trotse autobezitter is dat mooi, maar het is wel een teken aan de wand. Minder insecten, betekent minder wespen. En op zich is de gewone wesp heel flexibel. Het is een opportunist. Zijn er weinig vliegen die gegeten kunnen worden, dan wordt er overgeschakeld op rupsen of op dode dieren. Ze kunnen het een hele tijd redden. Maar alles zit wel aan elkaar vast. Met minder insecten raakt het ecosysteem uit balans waardoor de keuzevrijheid voor wespen afneemt en er minder te eten voor ze is.”
“Particuliere bedrijven zullen niet zo snel de overstap maken”
Fleurke hoopt ook dat de milieuvriendelijke aanpak van wespen, bijvoorbeeld door ze te verplaatsen, in steeds meer gemeenten wordt ingevoerd. “Vergelijk het met één schaap dat over de dam is. Afgelopen week werd dit geopperd door de politieke partijen en direct kregen we opmerkingen binnen waarom dit ook niet in andere gemeenten wordt besproken. Vaak is dat omdat men het niet weet. En ik denk dat het ook heel goed is dat de gemeente hier het voortouw in neemt. Particuliere bedrijven zullen niet zo snel het initiatief nemen, ook omdat de vraag niet groot is. Echter als de gemeente overgaat, en de natuurvriendelijke aanpak steeds bekender wordt, dan zullen de particuliere bedrijven ook overstag moeten. Een precedent scheppen.
Ogen openen
Daarnaast speelt volgens Fleurke kennis een rol. “Afgelopen week las ik een verhaal van iemand die een nest met hoornaars was tegen gekomen. Uiteraard paniek en het moest direct weggehaald worden. Terwijl ik dan denk, denk nu eens na. De hoornaar sterft binnen anderhalve maand af. Die gaat niet levend de winter in. Dus verdelgen hoeft niet. En daarnaast zijn mensen ook niet bekend met de methode om een nest te verplaatsen. Ik hoop echt dat we met elkaar de ogen openen, want we hebben onze insecten hard nodig.”