Ondanks dat steeds meer mensen de gang naar de Voedselbank maken zijn er op dit moment geen tekorten aan producten bij de voedselbanken. Dat heeft wethouder Eelco Eikenaar (SP) van Armoede woensdag laten weten.
Eikenaar reageerde daarmee op vragen van raadslid Irene Huitema van de PvdA. “Vorig jaar haalden ruim vijfhonderd huishoudens wekelijks hun boodschappen bij de Voedselbank in Groningen”, vertelt Huitema. “Dat is 0,3 procent van het totaal aantal huishoudens in de gemeente Groningen. Armoede is een probleem in Groningen en met de huidige problematiek, inflatie, stijgende energielasten en restgevolgen van corona, leidt het tot meer armoede onder een groter wordende groep. Afgelopen week lieten de Voedselbanken weten dat ze het normbedrag willen verhogen. Door het normbedrag te verhogen kunnen meer huishoudens in aanmerking komen voor de Voedselbank.”
Wethouder Eelco Eikenaar (SP): “Je schrikt tegenwoordig van de kassabon”
Eikenaar: “Wij begrijpen de zorgen die u heeft, en deze zorgen delen wij ook. De inflatie giert het dak uit en brengt veel mensen in de problemen. Toevallig zag ik gisteravond een bericht dat melk, kaas en eieren in de afgelopen periode gemiddeld achttien procent duurder zijn geworden. En u herkent dat waarschijnlijk ook, dat als u boodschappen haalt bij de supermarkt, dat u schrikt van de kassabon. We hebben te maken met een situatie waarbij mensen armer worden, maar waarbij ik wel moet zeggen dat er ook een groep mensen is die juist profiteert van de situatie. Uw vragen gaan echter over de mensen die hier onder lijden.”
“De problemen die nu op ons afkomen zijn simpelweg te groot”
“Als het gaat om de Voedselbank. Dat is het sluitstuk. Daarmee voorkomen we dat mensen het niet meer redden. Als gemeentebestuur trekken we ook miljoenen euro’s uit om de armoede te bestrijden. Wat er echter nu op ons af komt, dat is een andere verdeling. Als gemeentebestuur kunnen wij niet alle problemen oplossen, daarvoor zijn ze simpelweg te groot. We delen daarom de zorgen, en we doen er alles aan om het leed te verzachten voor in hoeverre dat binnen onze mogelijkheden ligt.”
“Als de energierekening stijgt kunnen we kijken wat we als gemeente kunnen doen”
Eikenaar vertelt verder: “Eigenlijk zou de Voedselbank overbodig moeten zijn, maar op dit moment voorziet het in een belangrijke behoefte. Schieten we dan te hulp? Ik heb vanmiddag contact gehad met de Voedselbank, en mij is vertelt dat er op dit moment geen tekort zijn aan producten. Het normbedrag passen we op dit moment niet aan, maar mochten er problemen ontstaan, bijvoorbeeld als de energierekening voor de Voedselbank stijgt, dan willen we kijken naar de mogelijkheden wat we daar als gemeente aan kunnen doen.”
“Geen zomerdip bij de Voedselbank”
“Nu geef ik aan dat ik vanmiddag contact heb gehad met de Voedselbank. Als gemeente hebben we echter structureel contact met de Voedselbank. Zo zien we bijvoorbeeld dat er afgelopen zomer geen sprake is geweest van een zomerdip. Die heeft zich niet voorgedaan. Dat kan je beschouwen als een stijging van het aantal mensen dat gebruik maakt van de diensten. En dat belooft wat voor de komende periode.”
