De relatief lichte aardbeving bij Uithuizen van vorige week dinsdagmiddag heeft ervoor gezorgd dat een gestelde grenswaarde in de Mijnbouwwet is overtreden. Dat betekent dat de NAM opnieuw aan het werk moet voor een rapportage over de aardbevingszwerm van de laatste maanden.
Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) stuurde deze week een brief aan staatssecretaris Vijlbrief over de aardbevingszwerm.
Volgens het SodM heeft de beving van 11 oktober, die een kracht had van 1,3 op de schaal van Richter, ervoor gezorgd dat de aardbevingsdichtheid in de regio over de laatste twee maanden is opgelopen tot 0,46 aardbevingen per jaar per vierkante kilometer. Daarmee is de grenswaarde van 0,4 bevingen overschreden en is er officieel sprake van een ‘sterk verhoogde seismiciteit’.
Volgens het SodM wordt de aardbevingszwerm veroorzaakt door vereffening van de drukverschillen, die door decennialange gaswinning zijn ontstaan. Dat kan nog decennia voortduren, ook als de gaswinning helemaal wordt gestopt. Door dit proces kunnen ook zwaardere bevingen, zoals die van 8 oktober bij Wirdum (3,1), nog steeds voorkomen.
De NAM leverde eerder deze maand al een rapportage aan bij het SodM, waarin dieper wordt ingegaan op de recente aardbevingszwerm bij Uithuizen. Die moet binnen twee weken zijn herschreven, omdat de grenswaarde uit de Mijnbouwwet is overschreden.
Het SodM stelt dat de NAM nu al heeft aangegeven dat, door de bevingen bij Uithuizen en bij Wirdum, het aantal aardbevingen in het hele winningsgebied nu al dicht bij de voorstellingen voor dit jaar zitten. De NAM is daarom alvast begonnen met een onderzoeksprogramma naar de seismiciteit gedurende de drukvereffeningsfase in Groningen.