Column Benno de Jongh | De eeuwige premier

column

Daar zit je dan. In hetzelfde zaaltje als twee jaar geleden, toen je allemaal lastige vragen kreeg over het toeslagenschandaal. Je weet nog wel, dat gedoe bij de belastingdienst, dat jij liever ‘affaire’ noemt. Nu zit je er weer, op dezelfde stoel, tegenover een andere enquêtecommissie, namelijk die over het Groningse gas. Jij, onze eeuwige premier, kwam binnenlopen zoals je altijd binnen komt lopen, met die ietwat houterige pas. Breed lachend, je ogen een paar keer dichtknijpend omdat je niet echt goed kan knipogen en altijd iets te enthousiast, alsof je er echt zin in hebt.

Maar heel veel zin had je er niet in, Mark, geef maar toe. Je vindt het eigenlijk ook een beetje onzin, dat ge-ondervraag en doorgezaag. Het oordeel over politieke keuzes, dat is eigenlijk meer iets voor historici, voor over een paar decennia. Reflecteren is prima, maar jij en je ploeg moeten nu hard aan de slag om alle crises te bestrijden. Waarom al dat wantrouwen? Je hebt toch het beste voor met dit land?

We mogen Mark zeggen, toch? We kennen je inmiddels best goed. Net zoals jij je collega’s goed kent en je hen Lientje, Hugo, Sigrid en Kajsa noemt. Dat is lekker informeel en goed voor de sfeer in het team. Alles is collegiaal in Nederland, dat zei je zelf tegen de enquêtecommissie. Alle verantwoordelijkheid is gedeelde verantwoordelijkheid. Je noemt collega’s niet minister, maar vakminister, en dat is niet voor niets. Zij beslissen over hun terrein. Jij stuurt de boel slechts aan. Baas vind jij een lelijk woord, in dit land is niemand echt de baas. Honden hebben bazen. Je bent voorzitter, maar kan je ook niet met alle dossiers bemoeien. Hoe de vakministers precies tot hun besluiten komen, weet je niet precies, maar je vertrouwt ze blind.

Je kan goed praten, heel goed. Je weet altijd precies wat voor consequenties je woorden hebben, wanneer je iemand een complimentje moet geven en wanneer je boos moet worden. Je gebruikt veel woorden, Mark. Dat is je vergeven, want je was ooit – tijdens je ‘maatschappelijke carrière’ – manager van de pindakaasfabriek in Wormerveer. En managers praten graag, maar zeggen nou eenmaal niet altijd evenveel. Toen je in 2010 aantrad als premier trof je een ‘te gek land’ aan. Eigenlijk een soort heel grote fabriek, waar alles op rolletjes liep. Vanaf toen was het slechts een kwestie van het managen van lopende zaken en af en toe de boel gladstrijken.

Dat de schade- en hersteloperatie is vastgelopen valt volgens jou ‘niemand te verwijten’. De trage schadeafhandeling noem je een schandvlek. Je vraagt begrip voor de gigantische complexiteit. Je hebt niet op alles invloed, zeg je, je kan je niet met alles bemoeien.

Omdat altijd alles van je afglijdt, word je de teflon-premier genoemd. Stiekem ben je wel een beetje trots op die bijnaam. Je weet alleen niet dat een teflon-pan maar vijf jaar meegaat, en dan moet je ‘m eigenlijk vervangen. Dat weet je niet, want je hebt geen pannen, want je kookt nooit. Je heb het te druk met het aansturen van de vakministers die de problemen moeten oplossen in het land.

Bij de enquêtecommissie heb je een mooie map meegekregen. Je bladert er driftig doorheen, op zoek naar antwoorden. Veel staat er niet in de ordner en ook je geheugen laat je in de steek. Je kan veel niet reconstrueren, je kan veel niet terugvinden, er staan je dingen niet meer bij en je moet dingen echt even opzoeken op een later moment.

Je kon een geheime memo niet meer vinden en bovendien de inhoud ervan niet meer herinneren. Het was de memo van Shell-topman Ben van Beurden die zich jouw vriend noemt, hoewel jij je ook niet meer kon herinneren dat hij je vriend is. Je vindt de trage kabinetsformatie geen excuus om beslissingen niet te nemen, maar waarom bepaalde beslissingen dan niet zijn genomen, dat weet je niet precies. Je kon je de coalitieonderhandelingen wel herinneren, maar vindt wat daar besproken is toch meer iets van de partijman Rutte en niet van de premier Rutte en wil daar niets over zeggen. Je weet ook niet meer precies wat Kajsa Ollongren allemaal tegen je zei, maar je weet wel zeker dat als Kajsa iets zegt het absoluut betrouwbaar is.

Als anderen je vragen of je last hebt van je geheugen, dan reageer je als door een wesp gestoken. Terwijl iedereen die je kent je altijd zo roemt om je olifantengeheugen. Je weet altijd alles over iemand en kent alle details. Je kent de zetelverhouding van de Eerste Kamer in 1959 uit je hoofd, je kent de datum dat Joop den Uyl voor het eerst een kroketje at aan de Oudezijds Voorburgwal en je weet de naam van de hond van de dochter van Ben van Beurden. Je weet alles, maar soms laat je geheugen je even in de steek. Daar hebben we allemaal wel eens last van.

De enquêtecommissie is bijna klaar en komt over een tijdje met een rapport over het Groningse gas. Je zal dan je verantwoordelijkheid nemen, op jouw manier. Je zal zeggen dat het je aantrekt en dat we er met z’n allen lessen uit moeten trekken. Er zal misschien een vakminister sneuvelen. Je zal daarna keihard aan de slag gaan, samen met de vakministers, om alle complexe problemen in dit land op te lossen. En soms zal je dan, Mark – heel af en toe- onderweg ook weer dingetjes vergeten.

Want dingen vergeten doen we allemaal. Zo zijn wij jaren geleden vergeten om die oude pan te vervangen.

Benno de Jongh is freelance journalist, onder meer bij RTV Noord en voor verschillende schaakwebsites. Benno schrijft vanaf september wekelijks een column over een relevant onderwerp uit de gemeente Groningen. Heb jij een goed onderwerp waar hij aandacht aan moet besteden? Of wil je iets kwijt over de columns van Benno? Stuur dan een mail naar benno@oogtv.nl