Column Benno de Jongh | Lokale journalistiek

column

Soms krijg je het gevoel dat Hilversum en Amsterdam op duizenden kilometers afstand van Groningen liggen. Want ongeveer even vaak als er aardbevingen zijn in onze provincie, wordt er in de landelijke media een blunder gemaakt die lijkt te getuigen van weinig interesse voor de regio.

Zo verwisselde de Volkskrant op een kaartje doodleuk Groningen en Friesland. Het Jeugdjournaal deed dat nog eens dunnetjes over door het Groningse Wirdum in Friesland te plaatsen. Nu.nl dacht een foto van het Groningse stadhuis te plaatsen, alleen was het de Korenbeurs. RTL sprak over het UMCG Utrecht. De redactie van Jinek maakte van WesterwijTwerd Westerwijwerd. En SBS sprak over MaRRum, waar het Marum bedoelde. En dit zijn slechts de voorbeelden van de afgelopen paar weken.

Nu is het verleidelijk om een betoog te houden over het verslechterde onderwijs. Ook ligt het voor de hand om vraagtekens te zetten bij de prioriteiten van veel landelijke journalistieke organisaties, die steeds meer lijken te liggen bij uit Amerika overgewaaide modegrillen. Nog verleidelijker is om er een soort van minachting voor de regio in te zien.

En hoewel bovenstaande zaken waarschijnlijk allemaal een rol spelen, zijn de oorzaken van de blunders waarschijnlijk een stuk alledaagser. In het geval van de omwisseling van de kaartjes kan het zomaar zijn dat iemand van de afdeling vormgeving meer bezig was met de kleur van de provincie dan de naam die erop staat. Dat het vervolgens ook niet gecontroleerd wordt, kan te maken hebben met het feit dat journalisten steeds méér moeten doen binnen steeds mínder tijd. Iets ‘dubbel checken’ is er vaak niet meer bij. En fouten maken we allemaal.

Toch, als deze journalistieke blunders iets aantonen is het wel het belang van de lokale en regionale journalistiek. Het laat zien dat de verhalen uit Groningen het beste verteld kunnen worden door mensen die hier wonen of hier vandaan komen. Zij horen de verhalen uit de eerste hand, in de kroeg, op de markt of in de kantine van de voetbalclub.

In Groningen hebben we een behoorlijk pluriform journalistiek landschap. Met een beetje fantasie zou je het kunnen vergelijken met een familie. Het Dagblad van het Noorden is de oude wijze opa. Hij is nog best gezond, al weet hij ook wel dat hij niet het eeuwige leven heeft. Zijn tweede huwelijk lijkt een verstandshuwelijk, want zijn nieuwe Belgische vrouw ontpopt zich steeds vaker als iemand die het vooral om het geld te doen is. Dan is er RTV Noord, de volwassen zoon, die net een midlifecrisis achter de rug heeft. Hij heeft zijn motor weggedaan en lijkt de zaken weer een beetje op orde te hebben. Hij is soms nog steeds een beetje zoekende, maar richt zich inmiddels weer vooral op de dingen waar hij goed in is. Kleindochter OOG blijft dicht bij zichzelf. Met behulp van al haar vrienden en kennissen staat ze klaar voor een ander. Ze wil altijd aan iedereen evenveel aandacht besteden. Sikkom, haar brutale, schreeuwerige broertje, doet alleen waar hij zelf zin in heeft. Soms schiet hij uit de bocht, maar hij heeft zich inmiddels wel ontpopt als de favoriete kleinzoon van opa. En dan zijn er nog de talloze neefjes en nichtjes die een stuk verderop wonen, de buurtkranten, de huis-aan-huisbladen en lokale omroepen, die zich vooral richten op hun directe omgeving en met wie we soms wat te weinig contact hebben.

Al deze media hebben een eigen gezicht. En er is wel degelijk samenwerking. Zo zitten het Dagblad en Sikkom onder één dak en ook RTV Noord en OOG werken regelmatig samen. Maar er is ook concurrentie. Zo kan je op de redacties horen: ‘Zet snel online, want de krant (of de omroep) heeft het ook.’ Soms neemt de concurrentie iets scherpere vormen aan. Ook gehoord op de redactie: ‘De krant was al fout in de oorlog’ en ‘Laat ze bij RTV Noord zelf maar eens hun geld verdienen, kijken hoe ze dan piepen.’ Met die concurrentie is weinig mis, sterker nog: het houdt de journalisten scherp.

Raadsvergaderingen bijwonen, malafide zorgclubjes controleren, persoonlijke verhalen van aardbevingsgedupeerden optekenen, het zijn allemaal lokale en regionale journalisten die het doen. Nee, helden zijn de lokale en regionale journalisten niet, maar belangrijk werk is het wel. Dat drong een paar jaar gelden zelfs tot Den Haag door, en er werden extra ‘middelen’ beschikbaar gesteld voor de regiojournalistiek. Maar, wantrouwig als de politici zijn als het gaat om geld toevertrouwen aan de regio, werd er eerst een nieuw orgaan opgetuigd, in dit geval de RPO (Regionale Publieke Omroep).

Zo kan het zijn dat een gesjeesde hoofdredacteur van een regionale omroep zich tijdens zijn ‘actieve’ dienst zo min mogelijk op de redactie heeft laten zien en zo veel mogelijk op de golfbaan. De boodschap is helder: hoeveel columnisten je ook ontslaat, hoeveel tonnen jouw luchtfietserij ook kost, wat voor puinzooi je er ook van maakt, in dit land krijg je als mediabestuurder altijd de mogelijkheid met behoud van salaris ergens anders nog minder te doen, bijvoorbeeld als projectmanager digitale innovatie bij de RPO in Hilversum.

Nou is er de laatste jaren gelukkig wel meer samenwerking tussen de omroepen, landelijk, regionaal én lokaal. Deze samenwerking is echter geen hogere wiskunde. Het gaat om journalisten die de handen ineen slaan of om de uitwisseling van artikelen, kennis en middelen. Niets meer en niets minder. Daar hebben we geen RPO, inclusief raad van toezicht, inclusief allerhande bedachte functies voor elders gefaalde mediabestuurders, voor nodig. Hoofdredacteuren kunnen prima met andere hoofdredacteuren overleggen hoe hun omroepen het beste kunnen samenwerken.

Als de RPO, die zich ‘orgaan’ noemt maar feitelijk een wormvormig aanhangsel is, echt iets voor de lokale en regionale omroepen wil doen, heft het zichzelf morgen op. Dan kan het geld dat daarmee bespaard wordt, verdeeld worden onder de regionale en lokale omroepen in het land. Dan kunnen er direct extra verslaggevers en bureauredacteuren aangenomen worden die nog meer boeiende verhalen kunnen vertellen die anders niet verteld worden. En de kans op fouten, waar het publiek ons journalisten altijd terecht fijntjes op wijst, wordt dan ook weer een stukje kleiner.

Benno de Jongh is freelance journalist, onder meer bij RTV Noord en voor verschillende schaakwebsites en -bladen. Benno schrijft vanaf september wekelijks een column over een relevant onderwerp uit de gemeente Groningen. Heb jij een goed onderwerp waar Benno aandacht aan moet besteden? Of wil je iets kwijt over de columns? Stuur dan een mail naar benno@oogtv.nl