De stijging van de energieprijzen en kosten voor levensonderhoud brengen steeds meer Groningse gezinnen in de problemen. Volgens Voedselbank-bestuurder Maria Jongsma heeft haar organisatie nu veertig procent meer klanten dan in januari. Tegelijkertijd is het aantal ontvangen boodschappen van supermarkten met zeventig procent gedaald.
In de nieuwsbrief voor donateurs en vrijwilligers binnen de voedselbank schrijft Jongsma dat de nood hoog is: “Vooral vanaf begin september stijgt het aantal klanten explosief, dagelijks zien we de aanmeldingen binnenstromen. Eind augustus stond de teller nog op 507 en begin oktober hebben we al 613 huishoudens (gezinnen en alleenstaanden), in totaal 1.352 monden. Dit is een stijging van veertig procent sinds januari van dit jaar.”
75.000 euro aan boodschappen zelf betaald
Volgens Jongsma komt daarbij dat de Voedselbank Stad Groningen zo’n zeventig procent minder producten krijgt dan aan het begin van het jaar. Supermarkten zijn efficiënter gaan werken sinds de sterke stijging van de prijzen en doen steeds meer aan het tegengaan van verspilling.
Voor de Voedselbank betekent dat een kostenpost van 75.000 euro om alle gezinnen van goed voedsel te voorzien. “Daarnaast zijn ook de kosten voor het transport van groente en fruit ook toegenomen”, vervolgt Jongsma. “De uitgaven voor deze noodzakelijke aankopen blijven toenemen. Wij moeten hiervoor onze opgebouwde reserves aanspreken.”
De boodschappen worden daarnaast opgehaald, gesorteerd en verspreid door een steeds kleinere groep vrijwilligers. Jongsma: “Zij hebben nu veel meer kans hebben op een baan. Voor hen is dat heel mooi, maar voor ons betekent dat meer werk met minder mensen.”
Steun van donateurs hard nodig
De Voedselbank Stad Groningen heeft dan ook snel en hard meer steun nodig, in de vorm van donaties en in meer vrijwilligers: “Nog meer dan gewoonlijk zijn we op zoek naar vrijwilligers die ons team willen versterken”, besluit Jongsma. “Alleen met deze hulp gaat het ons lukken om de mensen in armoede in onze gemeente in elk geval wekelijks te helpen aan de boodschappen.”
