Hoewel de terugkeer van de basisbeurs voor veel studenten een verbetering van hun financiële positie gaat betekenen, ziet het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) ook de groepen die over het hoofd worden gezien.
Minister Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stuurde maandag het wetsvoorstel voor de herinvoering van de basisbeurs naar de Tweede Kamer. Dijkgraaf noemt de terugkeer van de basisbeurs voor studenten op hogescholen en universiteiten een ‘flinke verbetering van hun financiële positie’.
Maar het ISO vindt dat het wetsvoorstel, zoals dat nu op tafel ligt, aan bepaalde groepen voorbij gaat. “Het is de bedoeling van de basisbeurs dat deze de studiekosten kan dekken en in het geval van uitwonende studenten ook een deel van de huur”, aldus ISO-voorzitter Terri van der Velden. “Nu zien we dat deze hoogte van de basisbeurs in beide gevallen niet hierin gaan voorzien. Dit betekent dat studenten alsnog snel moeten terugvallen op bijlenen.”
Uitwonende studenten die volgend jaar beginnen met studeren (of nog recht hebben op studiefinanciering) krijgen volgend jaar wel een extraatje van 165 euro. Een goede zaak, aldus Van der Velden: “Ook de verbreding én verhoging van de aanvullende beurs is echt goed nieuws. We zien dat vooral de middeninkomens op dit moment in de problemen zitten, dus het is mooi om te zien dat zij hiermee specifiek uit de brand worden geholpen.”