Het Martini Ziekenhuis moet het dossier in de zaak van een vergiftigd 3-jarig jongetje alsnog aan het Openbaar Ministerie geven. Dat heeft de Hoge Raad woensdag besloten.
Het jongetje werd in de Nieuwjaarsnacht van 2021 met spoed naar het Martini Ziekenhuis gebracht. De peuter bleek doodziek te zijn en uit onderzoek bleek dat hij een vergiftiging met de partydrug GHB had opgelopen. Het OM verdenkt de moeder van poging tot doodslag. Om haar echter te kunnen vervolgen is het medische dossier nodig en het ziekenhuis weigerde dit te geven. Men beriep zich op het verschoningsrecht. Dit is een recht van een getuige om te weigeren om antwoord te geven op vragen die door een rechter worden gesteld. Bijvoorbeeld artsen, maar ook ziekenhuizen, kunnen zich hier op beroepen vanwege vertrouwelijke informatie.
De uitspraak van de Hoge Raad komt niet helemaal als een verrassing. Eerder dit jaar kwam de rechtbank in Assen al tot dezelfde conclusie, maar daarop ging het ziekenhuis in hoger beroep. De Hoge Raad oordeelt dat in deze specifieke zaak het belang dat het OM heeft, doorslaggevend is. Daarbij wordt er verwezen naar getuigen die verklaard hebben dat de verdachte op de bewuste dag drugs heeft gebruikt. Daarnaast is het medisch dossier belangrijk om vast te kunnen stellen hoeveel GHB het jongetje binnen heeft gekregen.
