Hotel Prinsenhof bouwt kantoor in sociale huurwoning aan Turfstraat; buurtbewoners woest

‘Hotel Prinsenhof heeft zijn zin gekregen, Lefier is bezweken’. Dat vinden bewoners van de Turfstraat, nadat het hotel een voormalige sociale huurwoning in de straat in handen kreeg om er een kantoor in te bouwen.

Een terras en een schutting

De woning, gebouwd in 1850, werd tot voor kort verhuurd door woningbouwvereniging Lefier. De laatste bewoonster woonde jarenlang tevreden in het huis, wat tot twee jaar geleden aansluiting had op de Prinsentuin.

Dat veranderde in 2020, toen Hotel Prinsenhof een terras bouwde achter het huis. De kleine achtertuin van de woning kwam uit op het terras, waarop het hotel besloot een metershoge schutting achter de woning te bouwen. Volgens buurtbewoners was dat niet het enige. De bewoonster zou jarenlang zijn getreiterd door de eigenaar van het hotel. Volgens mevrouw Heeren, die namens enkele buurtbewoners de zaak opneemt, was het resultaat daarvan dat eind vorig jaar de bewoonster eieren voor haar geld koos en verhuisde naar een andere woning in de straat.

Woning onverhuurbaar

Na het vertrek van de bewoonster besloot Lefier dat de woning, door de hoge schutting aan de achterzijde, onverhuurbaar was geworden aan nieuwe bewoners. De woning werd uit het bestand gehaald en verhuurd aan het Groningen Monumentenfonds. Die besloot de woning te verhuren aan Hotel Prinsenhof, zodat die er een kantoor kan vestigen.

Dat stuit enkele buurtbewoners tegen het zere been, stelt Heeren: “Het is schandalig. Dit is altijd een normale huurwoning geweest. De bewoonster heeft jarenlang geleden onder het getreiter van de eigenaar van het hotel. Nu bezwijkt Lefier en mag uitgerekend het hotel de woning gaan ombouwen tot kantoor. En dat in tijden van grote woningnood.”

OOG ging twee jaar geleden nog langs bij de voormalige bewoonster, vlak nadat het hotel de hoge schutting achter de woning plaatste.

‘Leegstand voorkomen’

Volgens zowel de gemeente als Lefier is de ombouw van de woning toegestaan en hoeft er geen vergunning worden aangevraagd voor de verbouwing. De woningbouwvereniging is zelfs blij met de verhuur aan het hotel. “We hebben, in goed overleg met de gemeente, gekozen voor verhuur aan het Groninger Monumentenfonds. Zo blijft de woning in de verhuur en voorkomen we leegstand”, aldus een woordvoerder.

De gemeente stelt echter geen rol te hebben gespeeld in de keuze van Lefier om de woning niet meer te verhuren aan bewoners. Wel bevestigt de gemeente dat de woning gebruikt mag worden voor bedrijfsdoeleinden en dat er geen melding nodig was om de sociale huurwoning uit het bestand te halen.

Het Groninger Monumentenfonds, mede-eigenaar van Hotel Prinsenhof en de uiteindelijke huurder, bevestigt de komst van de kantoren in de woning. “De locatie zal voornamelijk worden gebruikt voor uitbreiding van de werkplekken voor administratieve werkzaamheden”, vertelt GMF-directeur Aale Dijkstra.

‘Short stay’

De boze bewoners van de Turfstraat zijn bang dat het niet bij een kantoorruimte blijft. Lefier laat weten dat de woning ook gebruikt gaat worden als ruimte voor ‘short-stay’ verhuur. Een grote angst van de bewoners, aldus Heeren: “Lefier heeft alleen gezegd dat het een kantoor wordt, over dit soort verhuur is nooit gesproken.”

Met betrekking tot de ‘short-stay’ mogelijkheden wordt de soep echter niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend. Het Groninger Monumentenfonds bevestigt dat Hotel Prinsenhof de woning gaat gebruiken voor een kantoor, maar stelt dat de woning wat ‘short-stay’-verhuur betreft alleen gebruikt gaat worden voor overnachtingen door personeelsleden en stagiairs.

Ondanks dat zijn de bewoners er niet gerust op dat het vanaf nu rustig blijft met het hotel recht naast de deur. “De andere bewoners en ik vrezen nu het ergste”, besluit Heeren. “We krijgen straks, net als de voormalige bewoonster van nummer 2, te maken met eenzelfde situatie als met het terras. Het is ongelofelijk dat dit soort vriendjespolitiek voor dit soort situaties kan zorgen.”

---

OOG heeft contact gehad met Hotel Prinsenhof over de ontstane situatie. Zij wenst echter niet te reageren en wijst naar het Groninger Monumenten Fonds als verantwoordelijke.