Heilige Grond. Dat is de titel van het nieuwe boek van schrijver Sander Blom dat zondagmiddag gepresenteerd gaat worden. Het boek is de opvolger van ‘Dodenherdenking’.
Hoi Sander! ‘Dodenherdenking’ verscheen in het voorjaar van 2021. En nu verschijnt er alweer een boek van je hand …
“Klopt. In de tussentijd heb ik ook nog twee boeken, Mythisch Drenthe en Mythisch Groningen, uitgebracht. Dus je kunt zeker stellen dat ik niet stil heb gezeten. Maar het beeld is wel wat vertekend. Je denkt waarschijnlijk dat ik begin met het schrijven van een nieuw boek als de vorige uitgebracht is. Maar dat is niet zo.”
Kun je dat uitleggen?
“Als je een boek schrijft dan is het niet gelijk af. Je schrijft een eerste versie. Vervolgens is het de kunst om het een aantal weken te laten liggen zodat je er daarna weer met frisse ogen er naar kunt kijken. Dan begint het herschrijven. Kromme zinnen en foutjes worden er dan uitgehaald. Dat proces herhaalt zich een aantal keren. Zit ik dan in de tussentijd stil? Nee. Schrijven is een passie van mij, dus dan begin ik alvast aan een volgend boek. Dus de ontwikkeling van ‘Heilige Grond’ is begonnen toen veel mensen nog helemaal niet van ‘Dodenherdenking’ hadden gehoord.”
Op het eerste oog lijken het twee verschillende boeken, maar het is wel degelijk een opvolger van ‘Dodenherdenking’ hè?
“Klopt. Hoewel je ‘Dodenherdenking’ niet beslist hoeft te lezen om mijn nieuwe boek te kunnen begrijpen. Het zijn losstaande verhalen van elkaar. De hoofdpersoon is wel dezelfde. Er is opnieuw een rol weggelegd voor rechercheur Martin Doodeman. Hij krijgt een nieuwe moordzaak voor de kiezen. Ik maak in dit boek gebruik van dezelfde techniek als in ‘Dodenherdenking’. In het laatstgenoemde boek speelt een derde van het verhaal zich af in de Tweede Wereldoorlog, en de overige twee derde in het heden. Dat heb ik nu opnieuw gedaan waarbij we nu echter teruggaan naar het jaar 1147.”
Zonder iets te verklappen. Waar gaat je boek over?
“In het jaar 2021 wordt er in de provincie Groningen in een uitgebrande stacaravan het verkoolde lichaam van een Franse professor aangetroffen. Deze professor is gespecialiseerd in de Middeleeuwen. De rechercheur gaat op zoek naar de dader. Het onderzoek wijst daarbij regelmatig in de richting van Johannes de Doper. Daarnaast speelt het boek zich af in 1147. De jonge, Franse, Gaudri sluit zich aan de Orde van Tempeliers. Dat waren monniken met zwaarden. Gaudri reist naar het Heilige Land als onderdeel van de Tweede Kruistocht, waarbij een geheime missie op hun pad komt.”
Johannes de Doper. Een profeet binnen het christendom. Je boekt speelt zich af in Groningen, maar wat heeft Johannes met Groningen te maken?
“Meer dan je denkt. Het verhaal gaat dat de arm van Johannes de Doper in de Martinikerk heeft gelegen. In die tijd was Groningen ook echt een bedevaartsoord. Mensen van heinde en verre bezochten Groningen vanwege die arm. Om die reden is in die tijd ook het Pepergasthuis gebouwd. Dat was voor de pelgrims die naar Stad kwamen. Of de arm ook echt in de Martinikerk heeft gelegen? Dat weten we niet. Maar het verbindt Johannes de Doper wel aan Groningen, en is belangrijke informatie, voor je aan mijn boek begint.”
Het jaar 1147. We hebben het over lang vervlogen tijden. Hoe ga je te werk om het zo realistisch mogelijk te beschrijven?
“Ik doe heel veel onderzoek. Sowieso heb ik veel interesse in geschiedenis, dus waar ik over schrijf heeft ook echt mijn belangstelling. Als ik dan iets wil beschrijven, en ik wil weten hoe dat toen ging, dan zoek ik dat op. Daar maak ik overigens in het hele boek gebruik van. Ook bij de rol van de rechercheur. Ik ben geen politieman, maar ik heb contact gezocht met een Groningse rechercheur. Hoe gaan bepaalde dingen? Bijvoorbeeld als iemand in een caravan verbrandt. Krimpt het lijk dan ook? Zoekmachines op internet geven niet overal antwoord op, waarbij het soms prettig is dat je van de kennis van iemand gebruik kunt maken, zodat je echt iets goeds kunt maken.”
Je nieuwe boek wordt door de uitgever omschreven als de Da Vinci-code in de Lage Landen. Dat moet als muziek in de oren klinken …
“Ik snap waarom mijn uitgever het zegt. Want even een disclaimer. Het boek van Dan Brown is een spannend verhaal, heeft een zware lading, gaat over het christelijk geloof. Er zijn wat gelijkenissen met mijn boek. Maar dat maakt mijn boek niet een Da Vinci Code. Ik zou me ook niet willen vergelijken met Dan Brown. Ik hoop misschien ooit wel een Dan Brown te worden, maar dat is een ander verhaal.”
Je boekt wordt vanmiddag gepresenteerd in ’t Feithhuis. Wat zijn je verwachtingen?
“Het wordt een grote verrassing, waarbij ik hoop dat er een leuke groep mensen op af gaat komen. Het programma duurt een half uurtje. Het eerste exemplaar wordt uitgereikt aan de rechercheur, die ik al even benoemde. Ook is Bart Flikkema aanwezig. Hij heeft twee jaar geleden een boekje uitgebracht waarin hij ingaat op het verhaal van de arm van Johannes de Doper. Dus ik denk het een mooie middag gaat worden.”
Je vorige boek werd goed ontvangen. Merk je ook al je dat bekendheid groeit?
“Je merkt wel dat er zich een fanschare aan het opbouwen is. ‘Dodenherdenking’ is geen bestseller geworden, maar is zeker in het begin, goed verkocht. En dat krijg ik wel teruggekoppeld. Dat er leuke reviews worden geschreven, dat het boek behandeld wordt in leesclubjes, en dat ik leuke reacties krijg bij signeersessies. En dat is leuk. Ik schrijf om gelezen te worden. En we zien wel waar het schip strandt.”
De presentatie vindt zondagmiddag plaats in de Stadszaal van Het Feithhuis om 15.00 uur. De toegang is gratis.