Een meerderheid in de Tweede Kamer voelt niets voor meer concurrentie op het hoofdrailnet. Dat bleek dinsdagavond bij een debat.
Er werd gesproken over de concessie hoofdrailnet 2025 – 2035. Het overgrote deel van de Tweede Kamer wil dat deze concessie onderhands gegund wordt aan de NS. Zij zijn bang dat marktwerking leidt tot versnippering en een slechtere dienstverlening voor de reizigers. Op dit moment is de NS ook de enige vervoerder die op het hoofdrailnet rijdt. Het hoofdrailnet bestaat uit alle intercityverbindingen waarbij het in het Noorden bijvoorbeeld gaat om de baanvakken van Zwolle naar Groningen en Leeuwarden. Andere vervoerders als Arriva, Hermes en Connexxion hebben laten weten interesse te hebben in het hoofdrailnet.
Marktanalyse
“Ons complexe netwerk leent zich niet voor grootschalige privatisering”, liet CDA-Kamerlid Harry van der Molen weten. Hij kreeg steun van diverse fracties. Alleen de VVD denkt dat marktwerking kan leiden tot verbetering op het spoor. De vraag is echter of de Europese Commissie met de onderhandse gunning akkoord zal gaan, vanwege de grootte van de concessie. Zo wil de EC dat Nederland eerst een marktanalyse gaat uitvoeren. Diverse fracties lieten weten dat de staatssecretaris zich daar niks van aan moet trekken, maar volgens staatssecretaris Vivianne Heijnen (CDA) van Infrastructuur kan het gevolg zijn dat de NS daardoor een kleiner deel gegund krijgt. Daarom overweegt ze toch om een marktanalyse uit te laten voeren.
Arriva
Maandag liet directeur Anne Hettinga van Arriva zich nog enthousiast uit. Hij liet weten met treinen te willen gaan rijden in het Noorden, Oosten en Zuiden. Arriva zou enkel willen opteren voor stoptreinen.