Bestuurders van de drie noordelijke provincies, het Grafschaft Bentheim en de stichting Nedersaksenlijn hebben dinsdagmiddag een bidbook overhandigd aan de leden van de Tweede Kamercommisie voor Infrastructuur en Waterstaat.
De noordelijke overheden vinden de spoorlijn van groot economisch belang voor het noorden en oosten van het land. Ook de Duitsers hebben belangen bij de spoorlijn, omdat in 2025 het personenvervoer tussen Emmen/Coevorden en Bad Bentheim nieuw leven ingeblazen wordt. Door de Nedersaksenlijn is Groningen voor de Duitsers dan beter bereikbaar.
De eerste stap die gemaakt moet worden is de lijn naar Stadskanaal, waar nu nog een museumlijn over heen rijdt. Om die geschikt te maken voor personenvervoer is 115 miljoen euro nodig. Dat is twee keer zo veel dan waar rekening mee gehouden werd en dat is een grote tegenvaller voor de aanleg van de Nedersaksenlijn.
Staatssecretaris Heijnen had dit voorjaar de provinciale en gemeentelijke overheden, die belangen hebben bij de Nedersaksenlijn, gevraagd de argumenten voor de spoorlijn op een rij te zetten. Daarom hebben de overheden het bidbook geschreven. De staatssecretaris kreeg het bidbook anderhalve week geleden al uitgereikt. De Tweede Kamer praat op 28 en 30 november over de spoorplannen voor de komende jaren.
Ook willen de noordelijke overheden geld om de problemen op het spoor tussen Meppel en Zwolle op te lossen. Daar zijn regelmatig storingen waardoor reizigers de dupe worden.
