Raad van State wijst hogere schadeclaim rond Hoogkerker boerderij af

nieuws
Foto: Sebastiaan Scheffer

De bewoner van een boerderij uit 1910 in Hoogkerk krijgt geen hogere vergoeding voor de aardbevingsschade aan zijn woning. Dat bepaalde de Raad van State woensdag. Daarmee valt het toegekende schadebedrag veel lager uit dan de claim die werd ingediend.

In totaal kreeg de bewoner in 2020 ruim 30.000 euro aan schadevergoeding toegekend door het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Daar was de Hoogkerker het niet mee eens; hij vocht het schadebedrag aan. De bewoner deed dat omdat hij vindt dat het IMG partijdig is en te nauw verweven is met de Nederlandse Staat en daarmee ook de NAM. Die bepaalde in 2014 dat de Hoogkerker geen recht had op een schadevergoeding, omdat er geen bewijs zou zijn voor een link tussen de schade en de bevingen in het gaswinningsgebied.

De man vocht deze bepaling in 2018 aan, met daarbij een claim voor extra schade. Volgens de Hoogkerker zorgden bevingen er na deze bepaling voor dat zijn goed onderhouden boerderij op instorten stond. Daar is nooit bewijs voor gevonden door deskundigen, aldus de Raad van State.

De Raad van State heeft ook bepaald dat de Hoogkerker niet voldoende bewijs heeft geleverd voor partijdigheid van het IMG. De bewoner van de monumentale boerderij voerde onder meer als bewijs aan dat het IMG een schaderapport van de NAM als basis heeft gebruikt voor de bepaling van het nieuwe schadebedrag. Ook dit bewijs werd door de Raad van State van tafel geveegd. Het rapport van de NAM zou slechts als vergelijking hebben gediend tussen de ingediende schades van 2014 en 2018. En ‘deskundigen moeten aan de hand van het eerdere taxatierapport een vergelijking van de schades kunnen maken’, aldus de Raad van State.