“Een belangrijke stap voorwaarts.” Zo omschrijft Melle Mulder, voorzitter van de Stichting Nedersaksenlijn, de unanieme steun uit de Tweede Kamer om komend voorjaar afspraken te maken over de verdere financiering van het eerste deel van de geplande spoorlijn tussen Groningen en Twente.
De Tweede Kamer nam dinsdagmiddag een motie aan van ChristenUnie-Kamerlid Stieneke van de Graaf, waardoor de regering nu wordt verplicht om komend voorjaar met afspraken te komen over de Nedersaksenlijn. Daarnaast moet de regering een eigen onderzoek uitvoeren naar de heraanleg van het stuk spoor tussen Stadskanaal en Emmen. Naast grote aanpassingen tussen Stad en Veendam en Almelo en Emmen, is dit spoortraject één van de grotere projecten die noodzakelijk zijn voor de Nedersaksenlijn.
“Ik kan niet anders dan zeggen dat we meer dan hartstikke blij zijn met dit resultaat. Een unanieme Tweede Kamer helpt ons. We kunnen nu de volgende stappen zetten op weg naar de realisatie van de Nedersaksenlijn” aldus een uitgelaten Melle Mulder, voorzitter van de Stichting Nedersaksenlijn. “Specifiek ben ik blij met het verzoek richting de staatssecretaris voor het oppakken van de studie voor het baanvak Emmen-Ter Apel- Stadskanaal. Dit ging zelfs sneller dan ik verwacht had. En breder gesteund ook.”
Maar Mulder benadrukt dat het slecht gaat om één hobbel die is overwonnen: “We zijn er nog niet. We moeten nadrukkelijk aan de bal blijven om nu het tempo er in te houden en het Rijk helpen waar we kunnen.”
Samen met de provincies Groningen en Drenthe en het Duitse Graafschap Bentheim was de stichting vorige maand één van de indienende partijen van een zogenaamd ‘bidbook’ voor de Nedersaksenlijn. Daarin vroegen de samenwerkende partijen het Kabinet en de Kamer om de helft van de eerste 115 miljoen euro voor het traject tussen Stadskanaal en Emmen op tafel te leggen. Mulder ziet de aangenomen motie van dinsdag dan ook als loon naar werk: “Het laat zien waar je kunt komen, wanneer je als grensoverschrijdende regio’s goed verbonden bent, een gezamenlijk doel hebt. De staatssecretaris heeft ons keer op keer uitgedaagd om als regio in actie te komen rond de Nedersaksenlijn. En dat hebben we gedaan en blijven we doen.”