Het gemeentebestuur wilde woensdagmiddag eigenlijk een wijziging doorvoeren in de Algemene Plaatselijke Verordening. Zo zou het mogelijk worden om drugsgebruik in de openbare ruimte en publieke gebouwen te verbieden. Maar op aandringen van de raadsfracties van D66 en GroenLinks stelt het college deze wijziging nu uit.
Met de wijziging wilde de gemeente, in tegenstelling tot de Opiumwet, een verbod instellen op het gebruik van drugs in de publieke ruimte. Diverse andere gemeenten gingen Groningen daarin voor. Met de maatregel wilde de gemeente handvaten voor handhavers creëren, waardoor overlast door drugsgebruikers (in de binnenstad en bij scholen en speeltuinen) kon worden aangepakt. De gemeente ziet een toename in dit soort overlast.
Maar D66, onder aanvoering van raadslid Maria Martinez Doubiani, zag dat verbod als een brug te ver. Met twee amendementen (één om softdrugs uit dit verbod te halen en één om het verbod expliciet alleen te laten gelden in het geval van overlast) verzette D66 zich tegen de wijziging van de APV. Volgens Martinez Doubiani wordt met een dergelijk algeheel verbod op drugs in het openbaar te hard ingegrepen op het leven en de vrijheid van inwoners. Daarnaast vreest D66 dat de regel, die in strijd is met de Opiumwet, geen stand houdt bij rechtszaken.
Ook verschillende andere raadsfracties zagen woensdagmiddag in dat er nu niet beslist kon worden. De raad vroeg om meer tijd om over de wijziging te kunnen oordelen en stelde de beslissing uit tot volgend jaar. “D66 Groningen is blij met deze stap”, aldus Martinez Doubian. “De wijziging komt nu tijdens de volgende raadsperiode op de agenda, in dezelfde periode waarin we het gaan hebben over het integraal preventie akkoord. Dan gaan we ons hard maken voor een bredere en zichtbaardere dialoog met onze inwoners.”
