De Nederlandse Zorgautoriteit is in een impactanalyse kritisch op de concentratie van de kinderhartcentra in Nederland, en lijkt het sluiten van het centrum in het UMCG daarmee af te raden. Het zou zorgen voor onomkeerbare effecten bij de betreffende UMC’s en risico’s opleveren voor de beschikbaarheid van regionale acute zorg.
In de analyse die vandaag (6 december) gepubliceerd werd is onderzoek gedaan of de specialistische zorg met betrekking tot kinderhartchirurgie geconcentreerd moest worden van de vier centra die er nu zijn, naar twee plekken in het land. Vorig jaar besloot toenmalig minister van volksgezondheid Hugo de Jonge dat het kinderhartcentrum in het UMCG in Groningen om die reden zou moeten gaan sluiten. De kinderhartcentra in het UMCG en Leiden/Amsterdam moesten sluiten. Utrecht en Rotterdam zou de specialistische hartzorg voor kinderen mogen behouden. Voor veel patiënten in het noorden zou dat veel en ver reizen betekenen.
Die beslissing stuitte op veel weerstand in het Groningse ziekenhuis en de noordelijke samenleving. Veel Groningse bestuurders en politici maakten zich hard voor het behoud van het kinderhartcentrum in het UMCG en ook in de Tweede Kamer bleef het niet stil. Daarop besloot minister Ernst Kuipers, die het stokje inmiddels van De Jonge heeft overgenomen, dat er meer onderzoek moest komen.
Onomkeerbare gevolgen
De NZa lijkt de concentratie nu af te raden: “De NZa concludeert dat concentratie van de AHA-zorg (aangeboren hartafwijking, red.) grote en onomkeerbare gevolgen heeft voor een ziekenhuis dat de zorg moet overdragen. Dit heeft te maken met personele verschuivingen, faciliteiten, centrumspecifieke expertise of de regionale functie van het ziekenhuis,” valt te lezen op de website van de autoriteit.
Wel vindt de zorgautoriteit het belangrijk dat de specialistische zorg beter georganiseerd moet worden. Doordat er maar een beperkt aantal behandelingen voor zeldzame hartafwijkingen per centrum beschikbaar is. “Om de zorg beter te organiseren en in de toekomst beschikbaar te houden, is het belangrijk dat de ziekenhuizen beter en meer gaan samenwerken. De NZa adviseert daarom om per direct een plan op te stellen waarin de umc’s aangeven hoe zij de kwetsbare punten van de organisatie gaan aanpakken,” concludeert de NZa.
UMCG reageert
Voor het UMCG en alle patiënten die het liefst hun zorg bij het Groningse ziekenhuis blijven krijgen kan het rapport goed nieuws betekenen. Het ziekenhuis kwam direct na de publicatie met een reactie:
“Het UMCG heeft altijd benadrukt dat het sluiten van het kinderhartcentrum van het UMCG grote gevolgen heeft: voor het UMCG als medisch centrum én voor de kwaliteit van de academische kindzorg voor heel Noord- en Oost-Nederland. Tot die conclusie komt de NZa nu ook. In haar conclusie schrijft de NZa dat het concentreren van de interventies buiten Groningen directe en indirecte gevolgen kan hebben voor het leveren van topreferente zorg in de regio van het UMCG”
Minister Kuipers aan zet
Nu het rapport van de NZa online is zal minister Kuipers binnenkort tot een definitief oordeel komen in de kwestie. Het is dus nog niet duidelijk of dit rapport betekent dat het kinderhartcentrum in het UMCG kan blijven: “Zoals ik op 18 november per brief de Tweede Kamer heb laten weten, zal ik de maand december benutten om met betrokken patiëntenorganisaties, de verschillende betrokken wetenschappelijke verenigingen van zorgprofessionals en de bestuurders van de betrokken universitaire medische centra gesprekken te voeren,” schrijft minister Kuipers in een brief aan de Tweede Kamer.
Begin 2023 zal de zorgminister de uiteindelijke beslissing nemen.