In een eindejaarsterugblik op de documentaire ‘De Blauwe Familie’ van de nationale politie deed inspecteur Joël Feliz deze week nogmaals een boekje open over zijn ervaringen met racisme bij zijn politiewerk en zijn werk bij het team ‘Politie voor iedereen.’ “Er zit altijd wel een rotte appel tussen, maar het gaat erom wat je met die rotte appels in de fruitmand doet. Als je die niet aanpakt, rot de rest van de appels mee.”
Het onderwerp racisme bij de politie kwam eerder dit jaar jaar in een stroomversnelling door de documentaire ‘De Blauwe Familie’, waarin onder meer politiemensen hun ervaringen deelden. Na het zien van deze documentaire deed ook de 47-jarige Feliz eerder deze week een klein boekje open over zijn ervaringen met racisme.
‘Ik ken alleen zwarte mannen met dreadlocks die drugsdealers zijn’
“Ik ken alleen zwarte mannen met dreadlocks die drugsdealers zijn”, vertelt Feliz over één van zijn eerste dagen op een bureau in Stad, waar hij als één van de weinige zwarte agenten begon. “Hij zei het heel oprecht: ‘jij bent de eerste die ik tegenkom als agent’. Dat zegt iets over zijn beeldvorming. Hij groeide op in een bepaald gebied, op een bepaalde school. Wist niet beter. Of die keer dat ik een arrestant naar het cellencomplex bracht. Mijn collega en ik waren in burger, mijn ID-pasje hing aan mijn broek. Ik was netjes gekleed. Naast mij stond de arrestant, een witte man, in de boeien. “Gaat u daar maar staan”, zei de arrestantenbewaker tegen mij. Ik volgde, dacht: misschien moet ze even ergens bij. Tot ik besefte dat ze míj aanzag als arrestant. Dat deed zeer. Zonder uniform ben ik in de ogen van sommige collega’s eerder een crimineel dan een collega.”
Het weerhield Feliz er niet van om vijftien jaar voor de politie te werken, ondanks het feit dat hij meer discriminatie meemaakte: “Pijnlijk? Ja, maar ik heb het omgebogen naar motivatie. Om met elke collega die interesse toont in het onderwerp in gesprek te gaan. Sommige mensen geloven me meteen als ik mijn ervaringen deel. Anderen zeggen: lag het niet aan iets wat jij deed? Tja, dat je het je niet kunt voorstellen, het niet meemaakt, betekent niet dat het niet waar is.”
‘Jeetje, pap gaat het er zo aan toe?’
Volgens Feliz kwam het onderwerp dit jaar in een stroomversnelling door de documentaire: “Het was voor mij herkenbaar. Ik heb het met mijn vrouw en kinderen gekeken. Die schrokken: “Jeetje, pap gaat het er zo aan toe?” Ik zei: “Zo gaat het er óok aan toe. Het is een deel van het verhaal. Maar ik ben trots op mijn collega’s die zich uitspreken. De documentaire is een cadeau aan de organisatie. Er waren al mooie initiatieven binnen de politie voor een inclusieve werkplek. Na de docu kwamen er nog meer. En ik ken collega’s die nu harder hun best doen om een bijdrage te leveren. Om bepaalde grapjes niet te maken, er wat van te zeggen als ze discriminerende opmerkingen horen. Dat is mooi: we moeten samen die verantwoordelijkheid oppakken.”
Het hele interview met Feliz is te lezen op de sociale media van de politie: