Maar niet voor alle kinderen is taal even makkelijk. Bij een kind met een taalontwikkelingsstoornis (ook wel TOS genoemd) gaat er iets mis met het aanleren van taal. Kim Vos en Cheyenne Svaldi, onderzoekers aan de Rijksuniversiteit proberen hier verandering in te brengen. Maar dan hebben ze wel kinderen nodig, die hun taaltoetsen mogen uitproberen.
Kinderen met TOS hebben vaak moeite met bepaalde taalvaardigheden, zoals het gebruiken werkwoorden of het maken van zinnen. Daardoor is een goed, vloeiend gesprek voeren soms lastig. Frustrerend voor een kind, maar ook schoolprestaties en latere kansen voor werk kunnen eronder lijden.
Ondanks dat het bekend is dat deze kinderen moeite hebben met deze taalvaardigheden, zijn er nog geen goede testen om ze te onderzoeken. Daar willen Vos en Svaldi verandering in brengen. Ze ontwikkelden speciale taaltoetsen, bestaande uit taalspelletjes voor kinderen. Door te kijken hoe kinderen met en zonder taalproblemen scoren op deze toetsen, kunnen ze beter begrijpen welke taalproblemen kinderen kunnen hebben en waarom.
Svaldi en Vos hebben echter een probleem: het onderzoek wil niet vlotten, omdat het moeilijk is deelnemers te vinden. “Kinderen die wél meedoen met het onderzoek, vinden het juist leuk en ze kunnen een boek kiezen achteraf”, vertellen de onderzoekers. “Ook voor ouders is het onderzoek interessant, want ze krijgen de kans om vragen te stellen over de taalontwikkeling bij hun kind aan een deskundige. ”
Mensen die kinderen hebben of met kinderen tussen de 4 en twaalf jaar werken, kunnen contact opnemen met de onderzoekers via cladis-research@rug.nl als ze mee willen doen aan het onderzoek. Zowel kinderen met en zonder TOS zijn van harte welkom. Ook scholen kunnen meewerken aan het onderzoek. In ruil daarvoor krijgen ze een gastles van de onderzoekers.