De komende dagen verandert er weinig qua weersomstandigheden in Groningen, met grijze luchten en waterkoude temperaturen op of net boven het vriespunt. Daarna doet de temperatuur met name in de nacht nog een paar stapjes omlaag.
Dat voorspelt OOG-weerman Johan Kamphuis voor de komende dagen.
Volgens Kamphuis klaren de mistbanken (en bijbehorende kans op gladheid) in de loop van de vrijdagochtend op. De rest van de dag vormt een toonbeeld voor de rest van deze week: “Het is veelal grijs met hier en daar een opklaring. Het wordt 1 of 2 graden bij een zwakke wind uit het zuiden tot zuidwesten.”
In de nacht van vrijdag op zaterdag is er opnieuw kans op mist. Ook dan moeten weggebruikers weer goed opletten, want de temperatuur daalt dan weer onder het vriespunt. Volgens Kamphuis blijft de mist zaterdagochtend mogelijk ook weer enige tijd hangen: “Verder is het nevelig en waterkoud bij temperaturen die rond het vriespunt liggen. De zuidenwind is matig, rond windkracht 3. Zaterdagnacht daalt de temperatuur weer naar om en nabij het vriespunt. Ook zondag houdt het grijze en waterkoude weer aan. De maximumtemperatuur schommelt dan rond 0 of 1 graad.”
Volgens Kamphuis klaart het zondagavond en in de nacht naar maandag op: “Dan stroomt koudere lucht ons land binnen. Het kwik ligt maandag tijdens zonsopkomst rond -5 graden. Maandag overdag is er af en toe zon en schommelt de temperatuur rond het vriespunt. Dinsdag wordt het een graad of 2 en ook dan is er naast bewolking ruimte voor af en toe een vriendelijke winterzon. Dinsdagnacht vriest het enkele graden met een kleine kans op matige vorst, -3 tot -6 graden. Ook woensdag houdt het koude weer aan.”
Sneeuwfront nadert Nederland vanaf halverwege volgende week
In de tweede helft van volgende week bestaat de kans dat een sneeuwstoring onze kant op komt, besluit Kamphuis: “Daar krijgt het zuidelijke deel van ons land misschien mee te maken, maar voorlopig is de kans dat deze zone met winterse neerslag ook oprukt tot ons gebied niet zo groot. Wel is duidelijk dat zachtere lucht de aanval inzet, maar alle rekenbreinen ruziën onderling stevig over de uitkomst. Die voorlopig dus ongewis blijft.”